De afgelopen jaren is het rookverbod in België voor openbare plaatsen zoals de werkplek, scholen en horeca steeds verder uitgebreid. Toch rookte in 2017 ruim één derde van de werknemers (34 procent). Opmerkelijk: hoe jonger, hoe meer er wordt gerookt. Het percentage daalt met de leeftijd (van 39 procent bij de werknemers die jonger zijn dan 35, tot 27 procent bij de 55-plussers). Mannen nemen daar een groter deel van in dan vrouwen (38 procent versus 26 procent).
Het percentage rokende werknemers is in 2017 het hoogst in de bouw- en horecasector (beide 42 procent) en het laagst in de zorg- en chemiesector (beide 26 procent).
Licht dalende tendens in 10 jaar
Als we kijken naar de trend van het rookgedrag bij de werkende bevolking in de afgelopen 10 jaar, zien we een lichte daling van 5 procent (van 39 procent rokers in 2008 naar 34 procent in 2017). Deze daling is het sterkst bij de groep tussen 45 en 54 jaar en bij werknemers jonger dan 35 (beide een daling van 5 procent), en het laagst bij de 55-plussers (slechts 1 procent).
Terwijl de chemie- en horecasector de grootse daling laten zien tussen 2008 en 2017 (respectievelijk 10 en 6 procent), is er in de dienstensector in 2017 ten opzichte van 2015 sprake van een stijging met 3 procent.
Slim rookbeleid
Erik Carlier, Directeur Health bij Mensura, Externe Dienst voor Preventie en Bescherming: “Deze cijfers laten specifiek het rookgedrag zien van de werkende Belgische bevolking. De schadelijke gevolgen van roken op de gezondheid zijn gekend. Bij niet-rokers is de leeftijdsverwachting niet alleen hoger, maar de gewonnen jaren verlopen hoofdzakelijk in goede gezondheid. Dat is recent opnieuw bevestigd door een studie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).”
Werkgevers hebben er dus alle belang bij dat hun werknemers gezond zijn en blijven. Uit de bevraging van werknemers in 2017 bleek dat rokers vaker dan niet-rokers ongepland afwezig zijn. 28 procent rokers versus 21 procent niet-rokers gaf aan in het voorafgaande jaar minstens één keer ongepland afwezig te zijn geweest voor minstens 2 weken.
“Bij het opstellen of uitbouwen van een gezondheidsbeleid verdienen leefstijladvies, duidelijke informatie over de schadelijke gevolgen van roken én de mogelijkheden voor rookstopbegeleiding dus zeker een plaats,” concludeert Carlier.
Bron: Mensura (mensura.be)
Â