4 op de 10 diefstallen in een handelszaak zijn het werk van eigen medewerkers. “Camerabewaking op de arbeidsplaats is ondertussen een normale zaak geworden en doet zich voor in de meest uiteenlopende sectoren”, stelt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws. Nieuw is wel dat de aangifteplicht sinds de inwerkingtreding van de GDPR verschoven is van de Gegevensbeschermingsautoriteit naar Binnenlandse Zaken.
Uit cijfers van de Gegevensbeschermingsautoriteit (tot voor kort gekend onder de naam Privacycommissie) blijkt dat er vorig jaar 1129 aangiftes van ondernemingen kwamen om camera’s te mogen plaatsen op de arbeidsplaats. Dat zijn er 7,2 procent meer dan in 2016 en iets minder dan in het recordjaar 2015.
Op tien jaar tijd is het cameragebruik op de arbeidsplaats stevig toegenomen. Ondertussen zijn camera’s op de werkvloer een courante zaak geworden en zijn ze terug te vinden in de meest uiteenlopende sectoren, van de kleinhandel en de horeca tot banken, garages of praktijken van vrije beroepers. Zulke camera’s komen er in de eerste plaats om diefstal door eigen personeelsleden tegen te gaan. Diefstal door eigen personeel is immers goed voor 40 procent van alle diefstallen in een handelszaak. Ter vergelijking: winkeldiefstal door klanten is goed voor een aandeel van rond de 50 procent. De rest komt van diefstal door externe personen, zoals leveranciers, en van administratieve fouten.
Diefstal door eigen medewerkers is vaak een onderschat probleem. Nochtans ligt de schade gemakkelijk 10 tot 14 keer hoger dan bij een gewone winkeldiefstal door een klant, alleen al omdat personeelsleden gedurende een langere periode kunnen stelen. Een gemiddelde winkeldiefstal door klanten bedraagt rond de 100 euro, terwijl diefstal door een medewerker gemiddeld goed is voor zo’n 1300 euro.
Camera’s zomaar plaatsen op de werkvloer mag uiteraard niet. Het gebruik ervan is aan grondige regels onderworpen is, nét om misbruik uit te sluiten. Ondernemingen die op de bedrijfsvloer zelf camera’s willen installeren, moeten rekening houden met een cao die aangeeft wat mag en niet mag.
Zo is een camera op de werkvloer slechts toegestaan indien er voldaan wordt aan één van de volgende vier redenen:
- Veiligheid en gezondheid.
- Bescherming van de goederen van de onderneming.
- Controle van het productieproces.
- Controle van de arbeid van de werknemer.
Bovendien geeft de cao ook aan dat ondernemingen al hun werknemers op voorhand moeten inlichten over de plaatsing van de camera’s. Ook moeten ondernemingen voor zo’n camerabewaking op de arbeidsplaats steeds een aanvraag indienen. Tot voor kort was dat bij de Gegevensbeschermingsautoriteit zelf, maar sinds de intrede van de GDPR heeft de FOD Binnenlandse Zaken die taak overgenomen.
Bron: NSZ (nsz.be)