Jongere werknemers twijfelen veel minder aan hun kwaliteiten. 68 procent van de werknemers tussen 30 en 50 jaar, en zelfs 72 procent van de werknemers jonger dan 30 zijn ervan overtuigd dat hun ervaring en kennis ook nuttig kan zijn in een andere job.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de competenties van ouderen vooral bedrijfsspecifiek zijn en dus enkel bruikbaar zijn voor de functie die ze nu uitoefenen. “Oudere werknemers kunnen ook een duwtje in de rug gebruiken, bijvoorbeeld via loopbaancoaching om zichzelf en hun talenten beter te leren kennen”, adviseren de onderzoekers.
Verloopintentie
Uit de cijfers blijkt ook dat het merendeel van de Belgische werknemers ervan overtuigd is (57 procent) gemakkelijker een gelijkaardige job te kunnen vinden bij een andere werkgever dan binnen hun eigen organisatie (52 procent). Dit betekent dat werknemers minder kansen zien binnen de eigen organisatie dan erbuiten, en ze dus makkelijk van werkgever zullen veranderen indien de tijd daarvoor rijp is.
De combinatie van jongeren die vinden dat hun vaardigheden ook in andere bedrijven bruikbaar zijn, en werknemers die meer kansen buiten hun bedrijf zien, kan ervoor zorgen dat het vrijwillig verloop zal toenemen.