De bouw, het metaal, transport: meer dan 90 procent van de werknemers zijn mannen, volgens cijfers van de federale overheidsdienst Economie. Toch is niet de volledige arbeidsmarkt één grote mannenwereld. Meer nog, vrouwen maken vandaag meer dan 46 procent van alle werkenden uit. En in sommige sectoren zijn vrouwen massaal oververtegenwoordigd.
Zo’n sector is de zorg. Tussen 2010 en 2017 is er wel een toename van 5,45 procent aan mannen in de zorg. Dat evenwicht kan nog beter, vooral gezien de krapte op de arbeidsmarkt. En in sommige deelsectoren, zoals kinderdagverblijven, ligt het aandeel mannelijk verzorgend personeel nog lager (5,2 procent).
Maar ook in het onderwijs is de balans tussen mannen en vrouwen niet in evenwicht: in het kleuteronderwijs staan amper 2,5 procent mannen, in het lager onderwijs 15,9 procent, in het buitengewoon onderwijs 25,8 procent, in het algemeen secundair 32,8 procent en het beroepssecundair 51,2 procent, en in het hoger onderwijs ten slotte 50,7 procent.
Jobmobiliteit
De juiste mensen vinden is één van de belangrijkere uitdagingen waar werkgevers voor staan. De jobmobiliteit is dan ook tot een dieptepunt gezakt (de Candidate Pulse van dienstverlener Acerta toont dat amper 15 procent van de werkenden van plan is om van job te veranderen), de economie trekt aan, waardoor het aanbod van vacatures stijgt, en sommige sectoren kampten hoe dan ook al met een personeelstekort.
Het klassieke genderdenken staat al enkele decennia op de helling. De arbeidsmarkt moet mee. Via loopbaancheques kan je een mogelijke carrièreswitch initiëren of een talentenanalyse kan ook een optie zijn om erachter te komen wat jouw onderliggende talenten zijn. Gezien bijvoorbeeld verpleger een knelpuntberoep is, worden tal van opleidingen bovendien gefinancierd door de overheid.
Bron: Acerta (acerta.be)
Â