Het gemiddelde loon van een 55-jarige bediende uit de profit is 76,38 procent hoger dan het gemiddelde loon van een 25-jarige bediende. Anders gezegd, voor elke 100 euro die de 25-jarige krijgt, ontvangt de 55-jarige 176,38 euro. “Er zijn verschillende redenen voor de loonkloof: een 55-jarige zal in de dertig jaar ervoor een functie-evolutie hebben doorgemaakt, zijn verantwoordelijkheden zullen toegenomen zijn overeenkomstig de opgedane ervaring en we kennen in België natuurlijk ook de anciënniteitsverhoging die te dikwijls tot een quasi automatische loonstijging over de jaren leidt”, zegt Annelies Baelus, directeur Acerta Consult.
De hogere lonen van 55-plussers stonden hen wel eens in de weg bij het vinden van een nieuwe job. Vandaag heeft de arbeidsmarkt door de arbeidskrapte de 55-plussers herontdekt. “Er zijn met de war for talent weer meer opportuniteiten voor oudere bedienden om hun kennis en ervaring uit te spelen en die ook letterlijk te gelde te maken. Ook dat zit in de 76 procent die ouderen meer verdienen dan de jongste collega’s. Maar uit eerder onderzoek blijkt wel dat de instromende 55-plusser verhoudingsgewijs een minder hoog loon heeft dan zijn collega’s die in dienst zijn gebleven van hun werkgever ”, zegt Baelus.
Hoe groter bedrijf, hoe groter loonkloof
De loonkloof tussen 25- en 55-jarige bedienden is in grote bedrijven groter. “Het is logisch dat het loonverschil tussen jongeren en ouderen groter is in grotere bedrijven dan in kleine. Immers, kleine ondernemingen hebben veelal een vlakkere structuur dan grotere bedrijven. Dat heeft tot gevolg dat de doorgroeimogelijkheden ook groter zijn in grotere bedrijven en deze doorgroei loopt natuurlijk parallel met de groei in leeftijdsjaren. De grotere loonkloof tussen jongeren en ouderen in grotere bedrijven mogen we dan ook deels toeschrijven aan de grotere doorgroeimogelijkheden in grotere bedrijven”, zegt Baelus.
Sectorverschillen
De loonkloof tussen verschillende leeftijden in de social profit is kleiner dan in de profit: het gemiddelde loon van een 55-jarige bediende in de social profit is 48 procent hoger dan het gemiddelde loon van zijn 25-jarige collega. Dat is bijna 30 procentpunt lager dan het verschil in de profitsector. De doorgroeimogelijkheden in de social profit zijn vrij strak georganiseerd. Daar wordt meer met vaste functieklassen gewerkt en er is een minder grote differentiatie op functieniveau. Tegelijk voorziet de baremastructuur van de lonen in de social profit ook in minder evolutie dan in de profit het geval is.
Binnen de profitsector zijn er ook verschillen. Profitsectoren met een groter dan gemiddelde loonkloof, dus meer dan 76 procent erbij voor de 55-jarigen versus de 25-jarigen, zijn bijvoorbeeld de bank- en verzekeringssector, waar we een verschil noteren van loon maal twee. Ook de chemie en de metaal tekenen een bovengemiddeld verschil op. Sectoren binnen de profit met een lager dan gemiddelde loonkloof zijn onder meer het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (PC200) en de distributie, met voor die laatste een loonverschil van slechts 15 procent.