Oudere Nederlandse werklozen profiteren nog niet van initiatieven om arbeidsparticipatie bij ouderen te bevorderen. Ook de beeldvorming bij werkgevers rond het in dienst nemen van ouderen is nog negatief. Arbeidsparticipatie van ouderen verdient daarom prioriteit in het kader van de krapte op de arbeidsmarkt.
Uit het onderzoek blijkt verder dat werklozen van 55 jaar en ouder vaker het gevoel hebben dat ze niet gewenst zijn op de arbeidsmarkt. Ze zijn dan ook minder gemotiveerd en doen minder moeite om weer aan het werk te komen. Leeftijd blijkt echter de belangrijkste belemmerende factor te zijn om weer aan het werk te gaan. Een hoog zelfvertrouwen, inkomsten uit werk van minimaal 20 uur per week, thuiswonende kinderen, een hoog opleidingsniveau en het ondernemen van activiteiten om een baan te zoeken zijn factoren die aan werkhervatting bijdragen.
De terugkeer naar werk is te bevorderen door een betere afstemming tussen vraag en aanbod, weet TNO. Hiertoe is het van belang dat de kennis en vaardigheden van oudere werkzoekenden goed in kaart worden gebracht en eventueel worden uitgebreid door scholing bij de nieuwe werkgever. Daarnaast zouden werkgevers beter moeten formuleren welke competenties zij verlangen van een sollicitant. TNO beklemtoont ook dat de overheid een faciliterende en stimulerende rol kan spelen richting werkgevers.
(Bron: TNO, Amcinfo)