De conjunctuurgevoelige mannelijke werkloosheid daalt met 11,3 procent, de vrouwelijke werkloosheid krimpt met 7,1 procent.
De verbetering van het economische klimaat tekent zich af in de evolutie van de werklozen met werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA’s, -11,2 procent) en de jongeren in wachttijd (-16,6 procent). De atypische samenstelling en de historisch hoge migratie verhinderen de vrij ingeschreven werkzoekenden (+1,8 procent) en de restgroep ‘andere’ (+7,1 procent) om de algemene dalende trend te volgen.
Opvallend is de sterke afname van de jeugdwerkloosheid (-15,9 procent). De economische crisis drukte de arbeidsmarktkansen van jongeren. Het prille economische herstel krikt deze nu op.
December signaleert meer werkzoekende vijftigplussers (+1,3 procent) en langdurig werkzoekenden (+4,4 procent).
Categorie
De NWWZ omvatten de ‘werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag’ (WZUA), de jongeren in wachttijd, de vrij ingeschrevenen en een reeks andere niet-werkende werkzoekenden. De WZUA’s zijn met 152.251 de grootste subgroep.
Zowel de WZUA’s (-11,2 procent) als de jongeren in wachttijd (-16,6 procent) dalen. De toename bij de vrij ingeschreven werkzoekenden (+1,8 procent) en de restgroep ‘andere’ (+7,1 procent) volgt uit hun atypische samenstelling en de piekende migratie:
– De ‘vrije werkzoekenden’ groeperen de herintreders, de werknemers in vooropzeg die tijdens de opzeg niet moeten werken en de migranten die niet in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering of leefloon. Er zijn door de crisis meer ‘werknemers in vooropzeg’ en de migratie is historisch hoog.
– De restgroep ‘andere’ verzamelt de werkzoekenden ten laste van het OCMW, de personen met een arbeidshandicap, de werkzoekenden in het deeltijds onderwijs en de werkzoekenden die van het recht op uitkering zijn uitgesloten. Door de crisis en de migratie stijgt het aantal leefloners.
Geslacht
De conjunctuurgevoelige mannelijke werkloosheid steeg door de crisis sneller dan de vrouwelijke. Omgekeerd profiteren de mannen nu het eerst van het betere economische klimaat.
Vlaanderen telt sinds de crisis meer mannelijke dan vrouwelijke werkzoekenden. Toch stijgt de vrouwelijke werkloosheidsgraad nog steeds uit boven de mannelijke (7,29 procent versus 6,54 procent). Dat komt doordat de lagere vrouwelijke arbeidsmarktparticipatie in de noemer de vrouwelijke werkloosheidsgraad opdrijft.
Leeftijd
De economische crisis deed de jeugdwerkloosheid opveren. Het economische herstel weerspiegelt zich nu in een afname met 15,9 procent. De jongeren in wachttijd laten een vergelijkbare afname zien (-16,6 procent). Beide cijfers wijzen erop dat de arbeidsmarktperspectieven voor jongeren snel verbeteren.
De middenleeftijdsgroep loopt in lijn met de conjunctuur terug met 11,2 procent. De werkzoekende vijftigplussers blijven tegen de algemene trend in stijgen (+1,3 procent). Tijdens de crisis klom de oudste leeftijdsgroep het traagst. Karakteristiek voor de vijftigplussers is immers het lagere ontslagrisico: iets oudere werknemers hebben stabielere banen, ze hebben meer ervaring en anciënniteit en bij naakte ontslagen worden ze minder geviseerd dan jongeren.
Eens werkzoekend, klinkt er een ander verhaal: om verschillende redenen vinden werkzoekende vijftigplussers moeilijk een nieuwe baan.
Het aandeel van de vijftigplussers komt uit op 26,7 procent. Doordat de vijftigplussers een heikele uitstroom combineren met zowel een voortschrijdende vergrijzing als een stijgende vrouwelijke arbeidsmarktdeelname en een uitbreiding van de registratiebasis, zal het aandeel vijftigplussers ook in de toekomst op een hoog niveau blijven.
Studieniveau
Op jaarbasis daalden de laaggeschoolde werkzoekenden met 8,8 procent en de middengeschoolden met 10,8 procent. De hooggeschoolden krimpen met 7,8 procent. Door het betere economische klimaat en het herstel van het ondernemersvertrouwen vinden jonge afgestudeerden terug vlotter een baan.
Werkloosheidsduur
Het ingezette herstel uit zich in dalende aantallen kortdurige werkzoekenden (-15,3 procent). De vertraging van de economie in 2008 zorgt door het cohorte-effect voor een toename bij de werkzoekenden die 2 tot 3 jaar (+17,8 procent) en 3 tot 4 jaar werkzoekend (+18,7 procent) zijn.
Werkzoekenden die net voor of juist tijdens de crisis werkloos werden, stromen moeizaam uit.
Origine
Allochtone werkzoekenden worden statistisch gedefinieerd als werkzoekenden die een huidige of vorige nationaliteit hebben van buiten de EU-27 of EVA-landen. De VDAB krijgt deze gegevens uit het Rijksregister. Hierdoor kunnen nieuwe Belgen met een vorige nationaliteit uit een niet EU-land als ‘allochtoon’ gedetecteerd worden.
Vlaanderen telt volgens deze definitie 153.233 autochtone en 46.601 allochtone werkzoekenden. De allochtone werkloosheid daalt met -5,1 procent.
Arbeidsgehandicapten
Een werkzoekende wordt als arbeidsgehandicapt geregistreerd indien de werkzoekende ingeschreven is bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, buitengewoon onderwijs volgde of recht heeft op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming of arbeidsongeschiktheid is of recht heeft op verhoogde kinderbijslag (als ouder met een handicap) of recht heeft op een invaliditeitsuitkering in het kader van de ziekteverzekering. Deze definitie vond ingang in februari 2009 en steunt meer dan vroeger op attesten.
Het voorbije jaar daalde het aantal arbeidsgehandicapte werkzoekenden met 6,1 procent.
Regio
Alle subregio’s noteren een daling. De snelste dalers zijn Kortrijk-Roeselare en Hasselt (beide -14,5 procent). Dit zijn subregio’s die veel industriële banen verloren door de crisis en nu het meest profiteren van het conjuncturele herstel.
Vilvoorde (-4,1 procent) zet de zwakste prestatie neer. Onder meer het banenverlies in en om de luchthaven van Zaventem heeft daar debet aan.
Bron: VDAB