Multinationals verwachten in 2016 een toename in permanente overplaatsingen (54 procent), ontwikkelings- en trainingsopdrachten (50 procent) en lokaal geworven buitenlanders (47 procent). Maar het meest verwachten ze een toename van de korte-termijnopdrachten (56 procent): hierdoor kunnen de organisaties flexibel reageren op veranderende bedrijfsomstandigheden en omzeilen ze bovendien de belangrijkste hindernissen zoals het meenemen van gezin of partner en de kosten van de verhuizing die daarmee gepaard gaan.
Dat blijkt uit de ‘Worldwide Survey of International Assignment Policies and Practices’ van Mercer, een onderzoek naar mobiliteit onder 831 multinationals met in totaal circa 29 miljoen medewerkers. 35 procent van de respondenten geeft dan ook aan dat familieomstandigheden en de carrière van de partner (‘dual career’) een groot tot zeer groot obstakel vormen bij internationale mobiliteit.
Iets meer vrouwelijke expats, 55-plussers ondervertegenwoordigd
Het aandeel vrouwelijke expats is wereldwijd met een gemiddelde participatie van 15 procent iets toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren (12 procent in 2013 en 9 procent in 2010).
Voornamelijk 36- tot 55-jarigen hebben lange-termijnopdrachten (66 procent), terwijl medewerkers onder de 35 jaar vaker korte opdrachten hebben (gestegen van 45 procent in 2013 naar 48 procent in 2015). Met een gemiddeld aandeel van 10 procent en 7 procent in respectievelijk de langdurende en de kortere opdrachten, zijn de 55-plussers ondervertegenwoordigd in internationale mobiliteit.
Meervoudig beleid
Ruim de helft (57 procent) van de bedrijven verwacht dat het aantal belangrijke of strategische opdrachten zal stijgen. 51 procent ziet meer ruimte voor jonge werknemers en 41 procent verwacht meer opdrachten in verre locaties. De meeste opdrachten worden verwacht in de Verenigde Staten, China, het Verenigd Koninkrijk, Singapore en Brazilië.
Wereldwijd heeft 85 procent van de bedrijven een beleid voor internationale opdrachten (gestegen van 81 procent in 2012). Het rapport laat ook een duidelijke stijging zien van het aantal ondernemingen met een meervoudig beleid (64 procent, gestegen van 57 procent). Dat is een gevolg van de trend van meer variatie in opdrachten. Het is niet waarschijnlijk dat één beleid voldoet voor iedereen, en het resultaat van zo’n beperkte benadering is dat medewerkers vaak onjuist worden beloond. Het invoeren van passend beleid, dat geschikt is voor verschillende soorten medewerkers en opdrachten, kan een zeer efficiënt en kostenbesparend initiatief zijn voor de meeste wereldwijde mobiliteitsfuncties.
Bron: Mercer (mercer.be)