In de publicatie Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt 2000-2005, die net verschenen is in het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, schetsen Andries de Grip en Sander Dijksman een beeld van de verschuivingen in de beroepenstructuur van de Nederlandse economie. De werkgelegenheidsontwikkeling in deze periode vormt een schril contrast met die in de tweede helft van de jaren negentig. Tussen 2000 en 2005 nam het aantal werkenden met slechts 15.000 personen toe, tegenover een werkgelegenheidsgroei van 955.000 personen in de jaren 1995-2000.
Opmerkelijk is dat maar liefst vijf van de tien beroepsgroepen met het grootste werkgelegenheidsverlies in de jaren 2000-2005 betrekking hebben op leidinggevende functies. Het aantal managers nam in vijf jaar tijd af met 26.500, een daling van bijna 25%. Ook de beroepsgroepen leidinggevenden, bedrijfshoofden, agrarische bedrijfshoofden en bedrijfshoofden horeca zagen een flinke werkgelegenheidskrimp. In totaal daalde de werkgelegenheid in deze vijf beroepsgroepen met bijna 100.000 arbeidsplaatsen.
Volgens de onderzoekers toont deze krimp aan dat veel bedrijven een aantal managementlagen geschrapt hebben. Deze reorganisaties leverden de organisatiedeskundigen en organisatieadviseurs overigens handenvol werk op. Het aantal werkenden in deze beroepen nam in vijf jaar tijd met 27.500 toe tot 89.000.