Het is nog maar de tweede maal dat het ABVV zijn afgevaardigden in de ondernemingsraden bevraagt. Dit gebeurt nu naar aanleiding van de 20’ste verjaardag van de wettelijke vastlegging van het kader dat het optreden van bedrijfsrevisoren in de ondernemingsraad regelt. Volgens het ABVV blijft een minderheid van de revisoren de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de ondernemingsraad aan zijn laars lappen, onder meer wat betreft aanwezigheid op vergaderingen. Uit de enquête blijkt bijvoorbeeld dat maar 60% van de revisoren aanwezig was op de verplichte vergadering over de basisinformatie na de sociale verkiezingen en amper 7% bij discussies over herstructureringen of collectieve ontslagen.
Voorts blijkt dat bij de vernieuwing van de mandaten van de revisoren 18% werd verlengd en 24% van de nieuwe mandaten werden toegekend zonder het akkoord van de ondernemingsraad. De bond vindt ook dat de relaties tussen revisoren en afgevaardigden betreffende hun didactische en pedagogische opdracht beperkt blijven. De revisoren behalen een gemiddeld betrouwbaarheidscijfer van 63%. Ook blijft de wet op de bedrijfsrevisoren onduidelijk over de scheiding tussen opdrachten in de ondernemingsraad en adviesverlening aan de werkgevers.
