In vijf chronologische hoofdstukken vertelt het boek de evolutie van de VDAB: van de voorgeschiedenis ten tijde van de RVA tot de ‘sluitende aanpak’ en de eerste tekenen van een wereldwijde recessie in 2008. Telkens worden vier jaar onder de loep genomen, met aandacht voor de onderlinge samenhang tussen politiek, economie en de eigen accenten in het beleid.
“De nodige autonomie”
“Door de chronologische opbouw biedt het boek meteen ook een staalkaart van de Vlaamse maatschappij van de afgelopen twintig jaar”, commentarieerde Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Financiën, Begroting, Ruimtelijke Ordening en Sport. “De VDAB is er immers in de loop van zijn bestaan bijzonder goed in geslaagd in te spelen op de conjuncturele en maatschappelijke noden van het moment. Zo was de VDAB in de jaren negentig een pionier toen hij een beheersovereenkomst afsloot met de Vlaamse overheid. Op die manier verwierf de VDAB de nodige autonomie om vanuit zijn expertise en ervaring zelf het beleid te voeren over de doelstellingen die in de beheersovereenkomst afgesproken waren.”
Gedelegeerd bestuurder Fons Leroy wees erop dat er binnenkort gesprekken gestart worden over die beheersovereenkomst. De huidige overeenkomst loopt immers af eind 2010.
“Handicaps arbeidsmarkt weghelpen”
Minister Muyters greep de publicatie aan om ook vooruit te kijken. “Vandaag staat de VDAB misschien wel voor de grootste uitdaging uit zijn twintigjarige bestaan”, aldus Muyters. “De crisis slaat ongenadig toe. En straks komen we met de vergrijzingsgolf terecht in het scenario dat we te weinig arbeidskrachten vinden om de vacatures op onze arbeidsmarkt in te vullen. We moeten dus alle zeilen bijzetten om de eerste tekenen van een conjunctureel herstel aan te grijpen om iedereen aan het werk te zetten.”
De minister beseft dat we de Lissabon-doelstelling om een werkzaamheidsgraad van 70 procent te halen tegen 2010 niet zullen halen. “Dat is niet alleen een gevolg van de crisis. Onze arbeidsmarkt kampt simpelweg nog met een aantal serieuze handicaps die we zo snel mogelijk moeten wegwerken.”
“Beter wapenen voor de arbeidsmarkt”
Minister Muyters wijst allereerst naar de vele knelpuntvacatures. De VDAB speelt daarop in met een intensieve opvolging en het model van de ‘sluitende aanpak’. Muyters voegde eraan toe: “Tijdelijke werkloosheid moet worden aangegrepen om de competenties van de werknemers aan te scherpen.”
“Competentieverwerving moet binnen de loopbaan zelf centraal komen te staan als onderdeel van de flexivurity”, aldus Muyters. “Van werknemers zal in de toekomst meer flexibiliteit verwacht worden. Dat kan voor de werknemer een verrijking zijn, op voorwaarde dat we hem ook de zekerheid geven over een continue loopbaan. Daartoe moeten we hem via opleidingsmogelijkheden en de erkenning van competenties beter wapenen voor de arbeidsmarkt.”
“Meer bevoegdheden”
De minister blijkt ook een grote voorstander te zijn van maatwerk bij de begeleiding van werkzoekenden. De werkzaamheidsgraad van vijftigplussers, allochtonen, laaggeschoolden en personen met een arbeidshandicap ligt immers nog veel te laag, zeker ook in vergelijking met het Europese gemiddelde.
Muyters loofde tevens de samenwerking, zowel met OCMW’s, met de sociale partners, als met commerciële en niet-commerciële spelers. “Maar ook op institutioneel vlak moeten we ons aanpassen”, beklemtoonde hij. “De activeringshefbomen die nog steeds bij de federale werkloosheidsverzekering en het arbeidsrecht zitten, moeten absoluut aan de regio’s overgedragen worden om ons sociaal welvaartsmodel veilig te stellen.” De roep om méér regionale bevoegdheden is duidelijk.
Het boek
Tot slot overlopen we de inhoud van het boek:
■1. In het eerste hoofdstuk wordt stilgestaan bij de voorgeschiedenis. De Vlaamse overheidsinstelling was immers erfgenaam van de Belgische RVA, en daar lagen de kiemen voor de huidige organisatie.
■2. Het tweede hoofdstuk (1989-1993) toont hoe de VDAB ‘weg van de RVA’ al snel een eigen identiteit vond als spil van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid.
■3. In de volgende periode 1994-1998 woedt volop de liberalisering en komen nieuwe spelers op het toneel van de arbeidsmarkt. Dit leidt tot een moeizame zoektocht naar een nieuwe evenwichtsverhouding met deze spelers.
■4. Tegelijkertijd krijgt de VDAB een eerste beheersovereenkomst, waardoor de impact van de politiek toeneemt. En dit niet enkel op het Vlaamse niveau, ook de impact vanuit Europa groeit sterk in die periode.
■5. Het vijfde hoofdstuk handelt over de structureel andere arbeidsmarkt, met nieuwe uitdagingen voor de VDAB als regisseur van de arbeidsmarkt, de ‘sluitende aanpak’, de tendering en een nieuwe strategie voor loopbaanontwikkeling.
Naast deze chronologische aanpak, worden ook thema’s op een meer systematische manier uitgediept in kaderstukken. Bepaalde aspecten van het beleid kunnen zo doorheen de twintig jaar van nabij worden bekeken, zoals opmerkelijke evoluties in het transmissiebeleid naar de RVA, de IT, het communicatiebeleid, een vergelijking met Nederland en Wallonië, de opkomst van nieuwe spelers op de arbeidsmarkt en het groeiende belang van de Europese dimensie. Ook de evoluties in de dagelijkse beroepspraktijk van de instructeur of de consulent krijgen de nodige aandacht.
Het boek bestellen kan via VDAB: www.vdab.be