Demotie, de teruggang in functieniveau en salaris, wordt steeds populairder bij werkgevers. Eerder dit jaar werd gemeld dat 48 procent van de werkgevers de mogelijkheid onderzoekt of werknemers een lagere functie kunnen bekleden. Dit soort gegevens moet echter altijd met de nodige korrels zout worden genomen. In cao’s wordt inderdaad steeds meer de mogelijkheid voor demotie genoemd, maar dat betreft in veel gevallen een teruggang in functie met behoud van salaris. Een teruggang in functie én salaris is een veel schaarser fenomeen. En dat blijkt zowel uit onderzoek van het NIDI als dat van het SCP, waarbij werkgevers gevraagd werd naar het gebruik van échte demotie in hun organisatie. In 2005 bedroeg het percentage Nederlandse bedrijven dat demotie toepast 5 procent en in 2013 was dat toegenomen tot 7 procent. Van alle maatregelen die worden ondernomen om de duurzame inzet van oudere werknemers te bewerkstelligen, is dit dus veruit de minst populaire maatregel. Zo schrijven Harry van Dalen en Kène Henkens op de website Me Judice.
Hoogopgeleiden en vermogenden meest ‘vatbaar’ voor demotie
In juni 2015 werd een peiling gehouden bij het Centerpanel van CentERdata aan de Tilburg University, waarbij een tweetal vragen werden gesteld aan oudere werknemers (45 jaar en ouder). In totaal betrof dit 534 werknemers. De eerste vraag peilde naar het overwegen van demotie. Komt het voor u in aanmerking? De tweede vraag was: indien ja, waarom?
De term demotie werd overigens vermeden om de negatieve connotatie met dit begrip te vermijden, de volledige vraag luidde: “Kunt u zich voorstellen dat u op een gegeven moment in uw carrière zou kiezen voor een lagere functie, ook als dit een lager salaris met zich meebrengt?” Op deze vraag antwoordde ruim 60 procent dat men zich dit kon voorstellen, waarbij 22 procent zich dat goed kon voorstellen en 39 procent deze mogelijkheid ‘enigszins’ voorstelbaar achtte.
De grote vraag is natuurlijk wie dit voorstelbaar acht? Kunnen we een profiel van de oudere werknemer schetsen die ‘vatbaar’ is voor demotie? Er is nauwelijks een verschil in leeftijd of geslacht, wel bij de opleiding en het netto vermogen van de werknemers. Het zijn vooral hoogopgeleiden die zich een demotie kunnen voorstellen en de werknemers met een netto vermogen van 100.000 euro of meer. 47 procent van de oudere werknemers met een netto schuld acht een demotie voorstelbaar, terwijl van de groep met een netto vermogen van 100.000 euro of meer dat percentage 69 procent bedraagt.
Waarom is het voorstelbaar?
Wanneer werkgevers de voor- en nadelen van demotie tegen het licht houden, wordt vooral benadrukt dat demotie een bedrijfseconomische kwestie is: door minder goed functionerende medewerkers op een lagere functie te plaatsen, krijgt het bedrijf de gelegenheid om kosten (loon) en baten (productiviteit) in balans te brengen. Kortom, demotie als aanpassingsmechanisme bij verminderd functioneren.
Wanneer medewerkers zelf gevraagd wordt naar hun belangrijkste drijfveer om demotie te overwegen, zijn zowel de duw- als aantrekkingsfactoren in nagenoeg gelijke mate actief: 51 procent noemt de aantrekkelijkheid van een lagere functie (leuker werk) het belangrijkste motief en 49 procent verwijst naar de werkbelasting van de oude functie.
Naar sociaaleconomische categorieën blijken er kleine verschillen te zijn tussen man en vrouw: vrouwen geven vaker dan mannen de aantrekkingskracht van de nieuwe, leukere functie op (57 procent versus 48 procent) en mannen geven dan weer vaker de werkbelasting van de oude functie op (52 procent versus 43 procent). En ook opleiding speelt een (beperkte) rol: hoogopgeleiden noemen vaker de aantrekkingskracht van werk op een lager niveau (56 procent), laagopgeleiden noemen de werkbelasting dan weer vaker (58 procent) als mogelijke beweegreden.
Conclusies
Demotie kan dus niet langer als een taboe worden gezien, althans voor een bepaalde zijde van de arbeidsmarkt. Een taboe kan men immers opvatten als een ‘ondenkbare handeling’, wat het geval is voor de vraagkant van de arbeidsmarkt, de werkgevers. Maar voor de aanbodkant is het paradoxaal genoeg niet zo: voor oudere werknemers, die over hun resterende carrière nadenken, behoort demotie klaarblijkelijk niet tot de ondenkbare mogelijkheden. Demotie is voor hen juist een middel om de werkbelasting in balans te brengen en het plezier in het werk opnieuw te vinden op hogere leeftijd.
Bron: Harry van Dalen, Kène Henkens, “Is demotie echt een taboe? Oudere werknemers aan het woord”, Me Judice, 16 oktober 2015. (http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/is-demotie-echt-een-taboe-oudere-werknemers-aan-het-woord)