Ambtenaren zijn meer tevreden over hun werk dan werknemers in de privésector. Alleen op de mate van verantwoordelijkheid waarover ze beschikken, scoren ze lager. De grote troef van de publieke sector is evenwel jobzekerheid: 70 procent van de ambtenaren werd nog nooit ontslagen (58 procent in privésector). Bijna de helft van het overheidspersoneel (45 procent) zegt tot de wettelijke pensioenleeftijd aan de slag te willen blijven. In de privésector is dit slechts 39 procent.
Overheidspersoneel is ook meer tevreden over de hoeveelheid werk, de tijdsdruk, de werktijden, uurroosters en de lichamelijke belasting van hun job. Dat leidt tot een betere balans werk-privé dan in de privésector. Anderzijds is er bij de overheid weinig ruimte om te onderhandelen over werkschema’s, werktijden, aantal werkuren en de jobinvulling.
Bijna de helft (46 procent) van de ambtenaren zou niets aan de samenstelling van zijn loonpakket veranderen. Een vijfde zou wel meer cash en minder extralegale voordelen willen. Een percentage dat overeenkomt met de privésector. Wel blijkt het loonpakket van ambtenaren maar een geringe invloed te hebben op hun engagement en betrokkenheid. Dat is helemaal anders in de privésector.
Aandachtspunten
Ambtenaren zijn wel van mening dat de reputatie en het imago van hun organisatie beter kunnen. Het verschil met medewerkers in de privésector is hier groot. Overheidsorganisaties worden door hun medewerkers ook als minder innovatief en concurrentieel ervaren dan privébedrijven.
Een ander aandachtspunt voor de overheid als werkgever is het gebrek aan doorgroeimogelijkheden, een factor die in het algemeen grote impact blijkt te hebben op de betrokkenheid van werknemers. Ambtenaren vinden dat ze te weinig promotiekansen en doorgroeikansen krijgen naar andere jobs binnen de organisatie, hoewel ze wel aangeven voldoende nieuwe dingen bij te leren in hun job.
Ambtenaren vinden ook dat er te weinig vertrouwen bestaat van het management in het personeel en omgekeerd. Ook klagen ze nog meer dan werknemers uit de privésector over een gebrek aan inspraak in het beleid. Het beleid bij de overheid is immers nog altijd top-down georganiseerd, terwijl in de privésector bottom-up initiatieven wel al tot de mogelijkheden behoren. Tot slot vindt het overheidspersoneel dat er niet altijd even open, eerlijk en volledig wordt gecommuniceerd.