Dat blijkt uit cijfers van de federale overheidsdienst Economie. De stabilisatie van de werkgelegenheid op korte termijn staat in schril contrast met het stijgende verloop van de Belgische werkgelegenheidsgraad op langere termijn.
Terwijl in 1983 slechts 52,6 procent van de 15‐64‐jarigen aan het werk was, is dat anno 2012 opgelopen tot 61,7 procent. Die stijging blijkt bijna uitsluitend toe te schrijven aan de stijgende tewerkstelling van vrouwen en oudere werknemers (50‐64 jaar). De globale stijging van de werkgelegenheidsgraad is de afgelopen jaren wel sterk vertraagd en is sinds de crisis van 2008 zelfs stil gevallen.
België blijft vooralsnog ver onder de nationale doelstellingen uit de Europa 2020-strategie. Volgens deze doelstellingen zou tegen 2020 73,2 procent van de 20‐64‐jarigen aan het werk moeten zijn. België komt in de eerste helft van 2012 uit op 67,1 procent.
Een tweede doelstelling stelt dat in de leeftijdsgroep van 55-64 jaar 50 procent aan het werk zou moeten zijn tegen 2020. Ook daarvan is België, op basis van de cijfers van de eerste helft van 2012, nog ver verwijderd, met een cijfer van 39,4 procent.