De wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers voorziet in een verbod voor de werkgever om zijn werknemers uit te lenen aan een derde (de ‘gebruiker’ of ‘opdrachtgever’), die over deze werknemers een deel van het werkgeversgezag uitoefent. Begin 2013 werd deze wetgeving ingrijpend gewijzigd en verstrengd door de Programmawet van 27 december 2012. Hoewel het nog niet helemaal duidelijk is hoe streng de nieuwe bepalingen precies moeten geïnterpreteerd worden, staat het vast dat deze nieuwe wetgeving geen dode letter zal blijven, maar nu al een stimulans is voor de inspectie om verstrengde controles door te voeren naar het bestaan van verboden terbeschikkingstelling. I. Wanneer is er geen verboden overdracht van gezag? 1.1. Uitoefening van gezag Tot voor kort bepaalde de wet dat er geen sprake was van een (verboden) uitoefening van gezag als de...