De bestrijding van de illegale arbeid en sociale fraude heeft in België altijd grote aandacht genoten gezien ons land op het gebied van de clandestiene economie een weinig benijdenswaardige plaats bekleedt in de Europese Unie. Zo telt België een waaier van onderscheiden sociale inspectiediensten die alle belast zijn met het opsporen van overtredingen van sociaalrechtelijke voorschriften, doch die elk hun specifieke bevoegdheden hebben. Het bestaan op zich van deze inspectiediensten met uitgebreide bevoegdheden volstond echter niet om de sociale fraude en de illegale arbeid te bestrijden. Een gestructureerde en geïnstitutionaliseerde coördinatie tussen de verschillende inspectiediensten was noodzakelijk. Om aan de nood tot coördinatie tegemoet te komen, ondertekenden de betrokken federale ministers op 30 juli 1993 een samenwerkingsprotocol. Naderhand sloten ook de regionale ministers zich hierbij aan. Het samenwerkingsprotocol had tot doel de inspectiediensten toe te laten hun werk onderling te verdelen, de opsporing van de inbreuken op de sociale wetgeving...