Een werkgever dient goed te letten op de taal die hij hanteert wanneer hij met zijn werknemers communiceert. Het gebruik van de correcte taal is in het federale België van vandaag een heikel punt, zeker in sociale betrekkingen. De communicatie tussen de werkgever en zijn personeel is aan strikte taalvereisten onderworpen. Wie zich er niet aan houdt, kan voor hoogst onaangename verrassingen komen te staan. Door de toenemende internationalisering van de arbeidsrelaties komt die rigoureuze taalwetgeving echter almaar meer op de helling te staan. Men kan zich inderdaad afvragen welke logica schuilgaat achter de verplichting een arbeidsovereenkomst in het Nederlands te moeten opstellen wanneer die wordt gesloten met een werknemer die alleen Engels begrijpt. Die enigszins absurde verplichting is ook het Europees Hof van Justitie, dat waakt over de conformiteit van het nationaal recht van iedere lidstaat van de Europese Unie met de Europese basisbeginselen, niet ontgaan. In zijn arrest...