Sinds de gunstige cassatierechtspraak van een tiental jaar geleden en de in navolging daarvan eind 2006 ingevoerde Wet inzake de Aard van de Arbeidsrelaties (‘WAR’), is het aantal betwistingen inzake schijnzelfstandigheid sterk afgenomen. Met de wil van de partijen centraal en een herkwalificatie van de arbeidsrelatie slechts mogelijk bij ‘onverenigbare elementen’, zijn betwistingen over de aard van de arbeidsrelatie in de praktijk eerder zeldzaam geworden. Schijnzelfstandigheid was de afgelopen jaren ook niet langer een prioriteit van de sociale inspectiediensten. De regering-Di Rupo heeft in de algemene strijd tegen sociale fraude de problematiek van de schijnzelfstandigheid echter opnieuw op de agenda geplaatst. Deze bijdrage belicht een aantal belangrijke onderwerpen in deze materie. De criteria uit de ‘WAR’ De Wet inzake de Aard van de Arbeidsrelaties bepaalt dat de partijen vrij zijn in de keuze van hun samenwerkingsvorm. De beoordeling van de arbeidsrelatie vertrekt van de kwalificatie die de partijen zelf aan...