Het is met fusies als met elke andere verandering: ze roepen weerstand op. De creatie van een succesrijke nieuwe fusie-organisatie waarmee het personeel zich identificeert en waarin iedereen zich goed voelt, is een werk van lange adem. Zo’n proces vergt een grondige voorbereiding. Maar de Vlaamse centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s) hadden weinig keuze: het fusiedecreet van 1998 verplichtte alle centra vanaf 1999 te fusioneren en bracht hun totale aantal van 84 autonome centra terug tot 21 fusiecentra. De gevolgen van deze beweging voor het personeel kunnen ondergebracht worden in zes luiken: ■ 1. Werken in een groter geheel De oorspronkelijke centra telden gemiddeld een tiental personeelsleden, maar sinds 1999 ontstonden grote organisaties met veertig tot zelfs honderd medewerkers. ■ 2. Grotere afstand tussen bestuur en werkvloer Vroeger stond de raad van bestuur dicht bij het personeel (soms zetelde een deel van de medewerkers er zelf in). Nu zijn er...