Een doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER), de zogenaamde ‘derde landen’, is enkel toegestaan in de gevallen voorzien in Hoofstuk V van de AVG. Het gaat daarbij zowel over een ‘actieve’ doorgifte, als over een ‘passieve’ waarbij de gegevens vanuit een derde land toegankelijk zijn. Concreet is een dergelijke doorgifte enkel toegestaan als een van de volgende transfermechanismes voorhanden is: (a) indien er voor het derde land een adequaatheidsbesluit genomen werd door de Europese Commissie, waarbij deze bevestigt dat dit land een passend niveau van gegevensbescherming biedt (gelijkwaardig aan dit van de EU); (b) indien passende waarborgen, zoals bijvoorbeeld ‘standard contractual clauses’, ‘binding corporate rules’ of gedragscodes en certificering werden geïmplementeerd; (c) in geval van specifieke occasionele uitzonderingen van toepassing op de situatie. De verwerkingsverantwoordelijke of verwerker die gegevens doorstuurt moet, overeenkomstig de aanbevelingen van het Europees Comité voor Gegevensbescherming, in samenwerking met de ontvanger...