Door de ‘L’ op te hangen, is hij in het verkeer herkenbaar als een ‘lerende’. Maar hoeveel werkenden hebben in het arbeidsmarktverkeer een ‘L’ opgeplakt gekregen? Veel te weinig, want we scoren in Vlaanderen uitermate slecht op het gebied van deelname aan permanente vorming. Slechts 8,1 procent van de bevolking op beroepsactieve leeftijd heeft gedurende de referentieperiode geparticipeerd aan formele vorming en opleiding. Vergelijk dit met de deelnamepercentages in bijvoorbeeld Nederland (16,5 procent), Zweden (24,5 procent) en Denemarken (32,8 procent) en je stelt onze ondermaatse leerattitude vast. Natuurlijk betreft het hier enkel vormen van formeel leren, niet van leren op de werkplek, maar dat geldt ook voor de andere landen. Kortom, een cultuur van permanent (bij)leren ontbreekt bij ons. Te weinig personen rijden op de arbeidsmarkt rond met een ‘L’. We moeten dan ook niet verbaasd zijn dat ‘oudere’ werknemers bestempeld worden als personen zonder aangepaste competenties, personen met een...