“Ontwerp eens een kippenhok”, droeg de assertieve trainer zijn verbaasd gehoor op. Zestien ingenieurs waren uitgenodigd voor de training projectmanagement. Alle uit productie, alle projectmanagers van nieuwe fabrieken of verbeteraars van bestaande. Samen waren ze verantwoordelijk voor enkele tientallen miljoenen euro's. De training begon met een fout. Als opleidingsmanager negeerde ik de vraag van fundamenteel belang: “Wie besluit wat een ander moet leren?” Het initiatief voor de training kwam niet van productie. Dat kwam van onze tekenkamer, wij spraken van ‘plantengineering’. De werkwijze van productie veroorzaakte voor deze interne dienstverlener een probleem. Een probleem van planning. Ideeën voor nieuwe projecten en voor verbeteringen volgden elkaar in productie snel op. Na elk idee ontstond een zoeken naar steun in de business, een zoeken naar een ‘sponsor’, en een speurtocht naar geld. Bij afwezigheid van één van de twee verdween een project weer in de kast. Dat ergerde de tekenkamer. Eens de...