In het boek wordt de overgang van personeelsdirecteur naar HR-manager geassocieerd met de individualisering van de arbeidsovereenkomsten en de fragmentering van het werk. Dat is meteen een hele hap om door te kauwen. De auteurs en hun talloze gesprekspartners maken ons attent op een verzwakking van de collectieve aanpak van de loon- en arbeidsvoorwaarden. Tegelijkertijd verschijnen steeds meer werknemers met een precair statuut: ze zijn tijdelijk, uitzendkracht, oproephulp of (schijn)zelfstandige. Voeg daar het wereldwijd outsourcen aan toe en je krijgt een ‘mondiaal uitzendkantoor’. Vanuit een ander perspectief: het opduiken van de term HRM valt samen met de Wal-Martisering. Het plaatje dat de auteurs schilderen van de Amerikaanse distributiegigant valt nog het best samen te vatten als: ‘werknemers worden behandeld als zo goedkoop en zo rechteloos mogelijke hulpmiddelen’. Vrij vertaald klinkt dat verdacht veel als ‘human resources’. Uiteraard herkent u zich niet in die omschrijving. En toch, in ’t diepst van...