Wanneer het gaat over de belangrijke technologische uitdagingen waar we voor staan, vermengen we artificiële intelligentie, robotisering en automatisering vaak tot één pot nat. Onterecht, zo stellen de auteurs van het lijvige (444 pagina’s!) rapport ‘Artificiële intelligentie. Internationale verkenning van de sociaaleconomische impact’. Volgens het WEF zullen 85 miljoen jobs verloren gaan, terwijl er 97 miljoen nieuwe jobs zullen bijkomen. Dat geeft een nettowinst van 12 miljoen jobs.
Belangrijk is dat de impact minder gaat over taken en meer over intelligentie. “Beroepen die bij automatisering minder in het vizier komen zoals managementfuncties, lopen wel een risico bij de introductie van AI”, klinkt het in het rapport. “En daarmee liggen de parallellen tussen wat automatisering waarschijnlijk niet zal beïnvloeden en wat AI waarschijnlijk wel zal beïnvloeden, vrijwel perfect in lijn.”
Superteams
AI zet wel de deur open naar zogenaamde ‘superteams’ waar mensen en machines samenkomen en elkaar aanvullen. Die complementariteit biedt organisaties de kans om zichzelf opnieuw uit te vinden en nieuwe waarde en betekenis te creëren. Voorts bieden dergelijke mens-machine-samenwerkingen de mogelijkheid om hun loopbaan een nieuwe wending te geven.
Wel is duidelijk dat er nieuwe skills nodig zijn, in de nieuwe jobs die ontstaan, maar ook in de huidige functies. “Het antwoord ligt niet alleen in het motiveren van mensen om nieuwe skills aan te leren, maar ook in het aanreiken van nieuwe wegen om deze skills te verwerven”, luidt het in het rapport.
Daarbij gaat het uiteraard over de technische vaardigheden die gepaard gaan met de komst van AI, maar ook over meer generieke vaardigheden die medewerkers nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de transformatie, de vaardigheden die men nodig heeft om de overgang naar een nieuwe functie te vergemakkelijken, zowel binnen de huidige organisatie als binnen de bredere arbeidsmarkt. Voorbeelden van dergelijke generieke vaardigheden zijn analytisch denken en innoveren, active learning en learning strategies, complexe probleemoplossing, kritisch denken en analyseren, creativiteit, originaliteit en initiatief, leiderschap en sociale invloed, technologiegebruik, design en programmering, weerbaarheid, stressbestendigheid en flexibiliteit, zo somt de SERV op.
Verouderende skills
De nood aan nieuwe vaardigheden vergt bijkomende inspanningen. Zo stelt het WEF dat de helft van de werknemers zich tegen 2025 zou moeten omscholen om de technologische vooruitgang bij te benen. En omdat technische vaardigheden in de huidige dynamiek snel verouderen, is het essentieel om te blijven investeren in bijscholing en omscholing van medewerkers.
Daar knelt het Vlaamse schoentje, merkt de SERV op. “In de Europese Unie (EU27) volgden in 2019 gemiddeld 10,8 procent van de inwoners een opleiding. Vlaanderen scoort met een participatiegraad van 8,6 procent onder het EU-gemiddelde.”