Wie veel controle houdt over zijn werk, kan hoge werkdruk aan. Ouderen blijken meer bevlogen dan jongeren, voltijdsen evenveel als deeltijdsen. De Witte onderzocht de bevlogenheid bij 587 Vlaamse medewerkers uit een klassiek industrieel bedrijf met bandwerk (132 personen), een softwarebedrijf (87), een ziekenhuis (160) en de politie (208). Het valt best mee met de gedrevenheid op de Vlaamse werkvloer. De respondenten scoorden een gemiddelde van 6,2 op 10 op de bevlogenheidsschaal, wat betekent dat ze zich minstens een keer per week bevlogen bezig voelden. Burn-out scoorde 2,3 op 10. Iets meer dan de helft noemde zijn werk dikwijls een uitdaging, 61% zei vaak te bruisen van energie en 76% zei dat de tijd voorbijvliegt tijdens de job. Uitgeblust voelde zich amper 10%. Overigens lijkt er een omgekeerde samenhang te bestaan met de negatieve aspecten. Wie hoog scoort voor bevlogenheid, scoort laag op uitputting en psychosomatische klachten. De ouderen doen het beter dan de jongeren. Tussen mannen en vrouwen, tussen hoger en lager opgeleiden, tussen voltijdsen en deeltijdsen en tussen tijdelijken en vasten kon De Witte geen verschil in bevlogenheid vaststellen. De onderzoeker stelde ook vast dat hoge werkdruk de gedrevenheid niet bepaalt, maar autonomie en steun van de collega’s wel. Meer zelfs: bij personen die veel autonomie krijgen, doet een hoge werkdruk de bevlogenheidsscore toenemen. Zij zien werkdruk als een mogelijkheid om te groeien. Bevlogenheid blijkt van grote invloed te zijn op de wens om bij een bedrijf te willen blijven, net zoveel als uitputting de wil om weg te gaan voedt.