Tussen 1991 en vandaag daalde de syndicalisatiegraad in Duitsland van 32% tot 20%. Bovendien stappen steeds meer werkgevers af van grote interprofessionele of sectorale overeenkomsten. “De snelle erosie van de onderhandelingskracht van de vakbonden baart zelfs werkgeversonderhandelaars zorgen”, meent The Economist. Het blad verwijst expliciet naar het verlies van de politieke invloed van de bonden in het kader van de sociaal-economische hervormingen die Schröder wil doorvoeren en naar de vernederende nederlaag van de grootste bond IG Metall in de staking voor arbeidsduurvermindering, vlak voor de vakantie. Die staking leidde trouwens ook tot diepe interne verdeeldheid bij IG Metall.
Het zakenblad betwijfelt of zwakke bonden een goede zaak zijn voor Duitsland: “Zij (de bonden, nvdr.) hielpen in het verleden de sociale vrede in stand houden. Tussen 1992 en 2001 verloor het land slechts negen werkdagen per jaar en per 1000 werknemers door stakingen, tegenover 22 in Groot-Brittannië en 48 in de VS. Als de vakbonden het te kwaad krijgen, kan Duitsland één van de weinige concurrentievoordelen verliezen die het nog bezit.”
Het zakenblad betwijfelt of zwakke bonden een goede zaak zijn voor Duitsland: “Zij (de bonden, nvdr.) hielpen in het verleden de sociale vrede in stand houden. Tussen 1992 en 2001 verloor het land slechts negen werkdagen per jaar en per 1000 werknemers door stakingen, tegenover 22 in Groot-Brittannië en 48 in de VS. Als de vakbonden het te kwaad krijgen, kan Duitsland één van de weinige concurrentievoordelen verliezen die het nog bezit.”