Niet minder dan 90 procent klaagt over een moeilijke bereikbaarheid. Bijna de helft van de respondenten (46 procent) zegt moeilijk bereikbaar te zijn met de auto door files. In Brussel is dat zelfs 75 procent.
Daarnaast is 40 procent van de organisaties nauwelijks bereikbaar met het openbaar vervoer. Eén op de vijf bedrijven kreeg al te maken met valabele kandidaten die een job afwezen vanwege de bereikbaarheid.
Werken aan mobiliteit loont dan ook, zeggen bedrijven. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun medewerkers. Een betere mobiliteit zou vooral een gunstige invloed hebben op de werk-privébalans van medewerkers, goed zijn voor de bedrijfscultuur, het werkgeversimago en het engagement van werknemers versterken.
Desondanks blijft de bedrijfswagen bijzonder populair, aangeboden door meer 79 procent van de privébedrijven en 33 procent van de overheidsorganisaties. Opmerkelijk is dat 70 procent van de organisaties toenemende moeilijkheden ervaart om schaars talent aan te trekken zonder een bedrijfswagen aan te bieden.
Mobiliteitsbudget
Steeds meer bedrijven zoeken naar een flexibelere aanpak van de mobiliteit en zoeken naar alternatieven. Daarbij scoort de fiets het best. Twee derde van alle deelnemende werkgevers (66 procent) geeft een fietsvergoeding. Hoewel kosten voor fietsenstallingen en bedrijfsfietsen 120 procent fiscaal aftrekbaar zijn, biedt slechts één op de vijf bedrijven zelf fietsen aan en voorziet maar één op de drie ondernemingen in fietsenstallingen aan het kantoor.
Een tweede alternatief dat steeds meer opgang maakt, is thuiswerken of werken vanop een andere locatie. Vooral Brusselse bedrijven zijn hierin koploper met 68 procent bedrijven waar medewerkers van thuis of op een andere locatie kunnen werken.
Een derde alternatief voor de bedrijfswagen is het mobiliteitsbudget. een budget dat een werknemer vrij kan besteden aan een brede waaier vervoersmiddelen. Het mobiliteitsbudget vervangt de bedrijfswagen of is er een aanvulling op. In 11 procent van bedrijven die een bedrijfswagen aanbieden, kunnen de werknemers de bedrijfswagen combineren met andere vervoersmogelijkheden, voornamelijk met het openbaar vervoer.
Maar de wetgeving is nog complex, waardoor het voor de werkgever moeilijk wordt om een zicht te krijgen op de kosten van het mobiliteitsbudget. Dat komt omdat er geen rode draad zit in de fiscale en sociale behandeling van al die verschillende vormen van mobiliteit.