In 2016 telde België met 54 procent de hoogste gemiddelde belastingdruk voor alleenstaande werknemers zonder kinderen. België gaat daarmee ruimschoots landen als Duitsland (49,4 procent), Hongarije (48,2) en Frankrijk (48,1) vooraf. Frankrijk heeft met 40 procent dan weer de hoogste belastingdruk bij getrouwde koppels met twee kinderen en één werkende ouder. België (38,6 procent) zit ook daar in het koppeloton met Finland (39,2), Italië (38,6), Griekenland (38,3) en Zweden (38).
Maar de Oeso ziet voor België wel een positieve evolutie. Samen met Oostenrijk is België het enige land waar de belastingdruk voor alleenstaande werknemers zonder kinderen met meer dan één procentpunt afnam (-1,32 procent). De Oeso wijst erop dat dat te danken is aan lagere personenbelastingen en werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid, een gevolg dus van de taxshift van de regering-Michel. Een gelijkaardige situatie voor de gezinnen: naast België (-1,73 procent), daalden de belastingdruk enkel in Oostenrijk (-2,68 procent), Portugal (-2,5), Hongarije (-1,6) en Ierland (-1,03) met meer dan één procentpunt.
De gemiddelde belastingdruk: 36 procent
De gemiddelde belastingdruk in alle Oeso-landen nam af tijdens de financiële crisis, om tussen 2009 en 2013 met 1 procentpunt te stijgen. De voorbije jaren nam ze lichtjes af om in 2016 uit te komen op 36 procent. In België bleef de belastingdruk de voorbije tien jaar relatief stabiel: zo bedroeg ze in 2006 voor alleenstaande werknemers 55,5 procent, tegen 55,3 procent in 2015. In 2000 was dat nog 57,1 procent.
De belastingdruk is het laagst voor alleenstaande werknemers in Mexico (20,1 procent), Nieuw-Zeeland (17,9) en Chili (7). Voor gezinnen gaat het om Ierland (8,3 procent), Chili (7) en Nieuw-Zeeland (6,2).
Werkwijze
Om de belastingdruk te berekenen, neemt de Oeso alle belastingen en sociale-zekerheidsbijdragen van werknemers en werkgevers, en trekt ze daar de gezinsbijslagen van af. Ze vergelijkt die met de totale loonkosten van werkgevers.
Bron: De Standaard (standaard.be)