De vergelijking toont aan dat België tot de top 10 behoort qua winst per voltijdse equivalent (VTE). Die goede rangschikking worden echter volledig teniet gedaan zodra de torenhoge (loon)lasten in ons land mee in de vergelijking worden opgenomen.
We verliezen ook traag maar zeker terrein ten opzichte van de andere landen. Sinds 2008 kent ons land een productiviteitsdaling van 6,3 procent, terwijl die achteruitgang in de rest van Europa slechts 5 procent bedraagt.
De zware last van de loonkosten
Ondanks onze geweldige productiviteit boeten we zwaar in aan competitiviteit wanneer we de kostenfactoren meerekenen en zakt ons land weg in de Europese rangschikking. Dat is voor een groot deel te verklaren door de torenhoge loonkosten.
Over de periode 2005-2010 steeg het gemiddelde loon (inclusief extralegale voordelen en kosten voor de werkgever) in ons land met 7,4 procent. Dit ligt in lijn van de Europese stijging van 7,5 procent over dezelfde periode. Maar in 2010 lag de Belgische mediaan (55.000 euro) wel 26,7 procent hoger dan de Europese (40.400 euro).
Het aandeel van het loon in de totale kosten bedroeg in België in 2005 22 procent en in 2010 24,5 procent, een stijging van 11,4 procent. In die zes jaar steeg ook het aandeel van de loonkosten in de omzet met 11 procent (van 21,1 procent in 2005 naar 23,9 procent).
“Dit is echt een serieus probleem voor België. We zitten goed qua productiviteit, maar die vertaalt zich niet in een hoge toegevoegde waarde per VTE. Willen we die opkrikken, dan moet ofwel de omzet per VTE verhogen, wat weinig waarschijnlijk is, ofwel moeten we de (loon)kosten naar beneden halen. Dit laatste scenario betekent dat ondernemingen mensen moeten laten afvloeien of dat de overheid ingrijpt om iets te doen aan de hoge loonkosten”, zegt Peter De Bley, lead partner voor HR Consulting in België en EMEA.
“De afvloeiingen gebeuren nu al. De andere optie, namelijk dat de overheid ingrijpt om iets te doen aan de te hoge loonkosten, kan wel soelaas brengen. De loonindex ligt momenteel onder vuur. Moeten we hem afschaffen of niet? Ik denk dat er nog tal van andere mogelijkheden zijn, zoals een indexsprong of een andere samenstelling van de indexkorf”, aldus De Bley.
Opleiding en personeelsverloop
In de studie werd ook gekeken naar het personeelsverloop. De cijfers tonen de impact van de crisis. Opvallend daarbij is dat Belgische werknemers tussen 2007 en 2009 beduidend minder ontslag namen dan hun Europese collega’s.
In 2007 bedroeg de ratio in België nog 10,8 procent, maar twee jaar later was die al gezakt naar 7,3 procent, een daling van 29 procent. Dit in tegenstelling tot de Europese cijfers die voor dezelfde periode een stijging tonen van 2,3 procent. Belgische werknemers blijken in tijden van crisis dus eerder te kiezen voor zekerheid en te wachten op economisch herstel vooraleer van job te veranderen.
Vanuit werkgeversperspectief is er tussen 2008 en 2009 een stijging van 21 procent merkbaar in het aantal ontslagen (van 2,3 naar 2,8 procent). In 2010 valt het aantal ontslagen echter terug op het niveau van voor 2008 (2,2 procent).
Op het vlak van opleiding is de situatie in België vergelijkbaar met de rest van Europa. Ons land scoort lager dan de Europese mediaan wat het aantal uren opleiding per VTE betreft (12,1 tegenover 17,4). Maar de cijfers qua opleidingsinvestering per VTE tonen dan weer aan dat Belgische bedrijven wel meer in opleiding investeren dan hun Europese collega’s.