De loonkosten in de Europese Unie bedroegen in 2015 gemiddeld 25 euro per uur, in de eurozone is dat 29,5 euro per uur. De verschillen tussen de lidstaten zijn soms erg groot. Dat blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat.
Zo liggen de kosten in Denemarken en België ongeveer tien keer hoger dan in Bulgarije. In Denemarken lagen de loonkosten het hoogste: 41,3 euro per uur, op de voet gevolgd door België met 39,1 euro. Ook in 2014 vormden beide landen de top twee.
De top vijf wordt vervolledigd door Zweden (37,4 euro), Luxemburg (36,2 euro) en Frankrijk (35,1 euro). Aan de andere kant van het spectrum staan Bulgarije (4,1 euro), Roemenië (5 euro) en Litouwen (6,8 euro).
Indexsprong
Een uur arbeid kostte in ons land dus 39,1 euro, evenveel als in 2014. Dat de lonen niet verder gestegen zijn, is een gevolg van de indexsprong en de loonbevriezing die de regering doorvoerde. Toch zijn Belgische werknemers nog veel duurder dan in de buurlanden.
Wel stijgen de lonen in België minder snel dan in de rest van de Europese Unie en ook in de eurozone. Gemiddeld zijn de loonkosten van 2014 naar 2015 gestegen met 2,0 procent in de Europese Unie en 1,5 procent in de eurozone. In België was er daarentegen een stijging van slechts 0,1 procent.
Bron: De Standaard (standaard.be)