Werkende Belgen krijgen steeds meer stress en voelen zich vaker vermoeid. Het gevolg van een almaar stijgende werkdruk en een gebrek aan echte, rustgevende pauzes, zo concludeert levensverzekeraar NN na een enquête bij 1061 werknemers.
Maar liefst 84 procent van de werkende Belgen ondervindt geregeld stress. Meer dan een derde (36 procent) slaapt zeven tot acht uur per nacht en toch staat 11 procent nooit uitgerust op. Van de ondervraagden geeft 41 procent toe wekelijks een dipje te kennen aan het einde van de werkdag, terwijl 32 procent dat verscheidene keren per week ondervindt. Bij 5 procent is dit zelfs dagelijks. Maar liefst zeven op tien Belgen geven zelfs toe af en toe een fout te maken op het werk omdat ze te vermoeid zijn. Overigens heeft 65 procent geregeld rug-, nek of schouderklachten (16 procent zelfs dagelijks).
Geen tijd voor lunch
Regelmatig pauzeren is de meest voor de hand liggende oplossing voor mentale en fysieke dipjes. Toch neemt slechts 67 procent van de Belgische werknemers dagelijks tijd voor een lunchpauze. Bij zelfstandigen is dat zelfs amper 53 procent en 10 procent van de zelfstandigen neemt zelfs nooit een lunchpauze.
Als men toch een lunchpauze neemt, wordt die steeds korter. Uitgebreid lunchen op restaurant gebeurt nog zelden en 64 procent van de werkende Belgen spendeert niet langer dan een half uur aan zijn lunchpauze. Meer dan een kwart neemt zelfs minder dan een kwartier de tijd om te lunchen.
Ook de kwaliteit van de lunchpauzes is problematisch. Minder dan de helft (42 procent) neemt ’s middags de tijd om een praatje te slaan met collega’s. Drie procent gaat sporten en 14 procent maakt een wandeling. Meer dan een derde (36 procent) is tijdens de pauze aan een scherm gekluisterd. Terwijl 29 procent van hen tijdens de middag op het internet surft, checkt 24 procent de sociale media.
Jongeren nemen vaker pauze
Ook in de voor- en namiddag nemen de Belgische werknemers te weinig pauze. Even het werk aan de kant schuiven en het hoofd leegmaken door wat te bewegen is voor een op drie werkende Belgen geen evidentie. Toch vindt 62 procent pauze belangrijk; 32 procent neemt wel af en toe een pauze, maar doet dat liefst alleen. Gezamenlijke koffiepauzes, ook wel gekend als de Fika, zijn in ons land nog geen dagelijkse kost. Maar liefst 66 procent van de ondervraagden zegt nooit samen met de collega’s het werk te onderbreken om een koffiepauze te houden. Bij de 20- tot 34-jarigen is dat 57 procent, bij de vijftigplussers 71 procent.
Van de grote groep (66 procent) die geen gezamenlijke koffiepauzes neemt, is wel 37 procent vragende partij hiervoor. De helft van de jongere werknemers zou wel graag een Fika houden, bij de vijftigplussers is dat slechts een op drie.
Bron: NN