Dat blijkt uit een peiling door het onderzoeksbureau IPSOS in opdracht van het Luikse pensioenfonds Ogeo Fund. De presentatie van de peiling werd ingeleid door minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR). Hij legde meteen uit dat de hervorming hoogst noodzakelijk was en dat de mogelijkheid blijft bestaan om in bepaalde gevallen vroeger af te zwaaien.
“Zonder hervorming was ons systeem niet meer houdbaar. Over 20 of 30 jaar hadden we de pensioenen aanzienlijk moeten verlagen”, verdedigde Bacquelaine de beslissing. “De hervormingen mogen niet begrepen worden als politieke ideologie. Dit is geen beslissing van links of rechts. Als we niets doen, lopen we tegen de muur. Dat zeiden mijn voorgangers ook en zij hadden een andere kleur.”
Amper 7 procent van de niet-gepensioneerden staat helemaal achter de beslissing om de pensioenleeftijd te verhogen naar 67 jaar. Negentien procent gaat ‘eerder akkoord’, 22 procent ‘eerder niet akkoord’ en 52 procent ‘helemaal niet akkoord’. Vlamingen (28 procent) gaan iets vaker akkoord dan Walen en Brusselaars (23 procent).
Focus op de tweede pijler
De minister herhaalde dat hij veel belang hecht aan de tweede pensioenpijler, het aanvullend pensioen dat mee gefinancierd wordt door de werkgever. Bacquelaine wil dat zoveel mogelijk werknemers zo’n aanvullend pensioen hebben. Hij herhaalde zijn vraag aan de sociale partners om in het kader van het interprofessioneel overleg een deel van de loonsverhogingen in het aanvullend pensioen te steken. Toen Bacquelaine dat voorstel in september lanceerde, reageerden de vakbonden echter afkeurend.
Maar Bacquelaine heeft nog meer plannen met het aanvullend pensioen. Vanaf volgend jaar wil hij het mogelijk maken om extra centen in het aanvullend pensioenfonds te steken. Dat vrij aanvullend pensioen zal worden gefinancierd via afhoudingen op het loon. De werknemer zal dan het bedrag kunnen kiezen en de fiscale voordelen blijven dezelfde.
Bron: Deredactie.be