Volgens de multisectorfederatie Agoria behoren de Belgische autofabrieken tot de Europese top inzake productiviteit en flexibiliteit. Ons land telt vier grote autofabrieken: Ford in Genk, Opel in Antwerpen, Volkswagen in Vorst en Volvo in Gent. In die fabrieken werken samen zo’n 26.000 mensen. De Nationale Bank becijferde dat er nog eens 75.000 mensen werken bij de toeleveranciers van die fabrieken. Het klopt dus niet dat de autosector geen toekomst meer zou hebben. Directeur Pierre Donck van Agoria Automotive: “Auto-assemblage is de jongste jaren een complex en hoogtechnologisch proces geworden. Dankzij die voortdurende en steeds snellere evolutie blijven onze vier fabrieken competitief. Ons land assembleert 10,32 auto’s per honderd inwoners, tegenover 8,11 in Japan en 6,66 in Duitsland. Toch heeft de autosector het moeilijk. Door de zwakke economie daalde het aantal inschrijvingen van nieuwe wagens in de eerste maanden van dit jaar met 12%. De West-Europese automarkt vertoont tekenen van verzadiging en sommige Europese constructeurs kijken actief naar de landen van het vroegere oostblok omdat ze daar goedkoper kunnen produceren. Donck stelt echter dat de Belgische fabrieken voorbereid zijn op de productie van nieuwe modellen: “De constructeurs waarderen onze kennis, onze grote productiviteit en flexibiliteit. En als de overheid meewerkt aan de creatie van het juiste klimaat is er zeker een mooie toekomst voor de Belgische auto-assemblage weggelegd”.