Gemiddeld stegen de loonlasten in de eurozone en in de hele EU met 1,7 procent. België kent met 0,2 procent dus een beperkte toename. Onder ons land staan enkel nog het Verenigd Koninkrijk (+0,1) Italië (-1,5) en Cyprus (-0,3). In de belangrijkste buurlanden was de stijging aanzienlijk groter: in Duitsland kwam er 3,1 procent bij, in Nederland en Frankrijk stegen de loonkosten met 2,1 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Europese bureau voor de statistiek Eurostat.
De loonhandicap met onze buurlanden wordt dus kleiner. Dat is te danken aan de maatregelen voor loonmatiging die de sociale partners voor 2015 overeenkwamen en de eenmalige indexsprong, die ook in het eerste kwartaal van 2016 nog een effect hebben. Bovendien kregen vakbonden en werkgevers van de regering de opdracht om in hun cao’s een beleid van loonmatiging aan te houden.
Einde loonmatiging
In mei werd de spilindex wel overschreden, waardoor de lonen opnieuw worden geïndexeerd. Daardoor stijgen de uitkeringen en de pensioenen deze maand met 2 procent en gaan in juli de ambtenarenweddes eveneens met 2 procent omhoog. De loonkosten zullen in het tweede trimester van 2016 vermoedelijk weer sterker stijgen. Het is dus maar de vraag of we ook in de toekomst onze concurrentiepositie zullen blijven versterken.
Bron: De Morgen (demorgen.be) en VBO (vbo-feb.be)