Eén op de vier vrouwen vindt dat ze niet dezelfde carrièremogelijkheden heeft als haar mannelijke collega’s. Bij de mannen heeft slechts één op de tien deze mening. Deze opmerkelijke verschillen blijken uit een onderzoek van rekruteringsspecialist Hays.

Terwijl 7% van de Belgische mannen gelooft in de loonkloof met vrouwen, is 29% van de vrouwen het daarmee eens. Ook zij scoren daarbij een pak lager dan hun internationale tegenhangers, wereldwijd vindt immers 45% van de vrouwen dat ze niet op dezelfde manier verloond worden.

Vrouw verdient 10,2% minder

Ondanks de vaststelling dat slechts een minderheid van de mannen én vrouwen gelooft in de loonkloof, verdient de Belgische vrouw per uur wel degelijk zo’n 10,2% minder dan haar mannelijke collega. De afgelopen vijf jaar is die kloof niet verkleind, maar ze is wel beter dan onze buurlanden (wat de lagere geloofspercentages in België kan verklaren).

We scoren dus beter dan onze buurlanden Duitsland (een loonkloof van zelfs 22,2%), Nederland (17,9%) en Frankrijk (14,7%). Maar wel slechter dan Luxemburg (8,7%). In Europa is er tussen mannen en vrouwen een gemiddelde loonkloof van 16,2%. Zo blijkt uit een rapport van de Europese Commissie.

Twee verklaringen voor de loonkloof 

Het Europees rapport haalt twee belangrijke verklaringen aan voor de loonkloof:

• Sommige vrouwen worden voor dezelfde job minder betaald dan mannen. Maar nog vaker komt het voor dat vrouwen minder verdienen voor jobs die nochtans evenveel waard zijn (bijvoorbeeld gelijkaardige vaardigheden, opleiding en ervaring). Wanneer een bepaalde job meestal door vrouwen wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld kassierster in supermarkten), worden deze slechter betaald dan typische mannenberoepen (de meer fysieke jobs).
• De segregatie van de arbeidsmarkt is de tweede belangrijke verklaring. Bepaalde beroepen en sectoren worden sterk gedomineerd door mannelijke of vrouwelijke werknemers. In de sectoren waar vooral vrouwen werken (bijvoorbeeld onderwijs, overheidsdiensten en de gezondheidssector), wordt het werk minder betaald dan de mannensectoren (bijvoorbeeld wetenschappelijke en technische jobs). Meer dan 40% van de vrouwen werkt immers in het onderwijs, overheidsdiensten of de gezondheidssector. Dat is dubbel zoveel als het aandeel mannen in die sectoren. In de sociale sector en gezondheidssector alleen is 80% van de werknemers een vrouw. Maar zelfs in dezelfde sector of bedrijf doen vrouwen jobs die minder betaald worden.

Bron: Jobat (jobat.be)