1. De werknemers zijn gemiddeld genomen redelijk tevreden over de personeelsdienst. Dit valt waarschijnlijk te verklaren omdat de personeelsdienst goed scoort op aspecten die de werknemers als belangrijk beschouwen: correcte administratie, oplossen van problemen, opleidingen, regeling van werkuren en vakantie, de eerder traditionele zaken dus.
2. Minder positief is dat het HR-beleid, nog steeds, grote groepen werknemers redelijk onverschillig laat. Dat geldt vooral voor arbeiders.
3. Arbeiders maar ook oudere werknemers komen bovendien nog steeds onvoldoende aan bod in het HR-beleid.
4. Extralegale voordelen zitten duidelijk in de lift. Een steeds diepere kloof tekent zich echter af tussen het kaderpersoneel en de andere werknemers en tussen grote en kleine bedrijven.
5. Zoals verwacht zijn er markante verschillen vast te stellen tussen grote en kleine bedrijven. Merkwaardig is dat ook tussen Nederlandstalige en Franstalige bedrijven grote verschillen worden vastgesteld.
6. Het promotiebeleid van de bedrijven gebeurt meestal via formele criteria, er worden verbazend weinig gevallen van vriendjespolitiek gerapporteerd.
7. Te veel werknemers weten niet tot wie ze zich moeten wenden als ze geconfronteerd worden met geweld, pesterijen, seksueel ongewenst gedrag en discriminatie.
8. Arbeidstevredenheidsonderzoeken en functioneringsgesprekken zijn geen marginaal gegeven meer in het Belgisch bedrijfsleven.
9. Het communicatiebeleid in de bedrijven is voor verbetering vatbaar maar wordt bemoeilijkt door de zeer verschillende verwachtingen van werknemers.
10. Er wordt steeds meer opgeleid in de Belgische bedrijven. Meer dan de helft van de Belgische werknemers is bereid om ook opleiding te volgen in de ‘eigen’ tijd.