Het VEV liet een onderzoek uitvoeren naar de sterkten en zwakten van de opleidingsmarkt in Vlaanderen. Aanleiding was het Pact van Vilvoorde, dat bepaalt dat 10% van de Vlamingen tussen 25 en 65 jaar tegen 2010 moet deelnemen aan permanente vorming.
Tien jaar geleden volgde amper 2% van de volwassen Vlamingen een verdere opleiding. In 2000 was dat 6,9%. Nu volgt ongeveer 8% permanente vorming. Het levenslang leren zit in de lift in Vlaanderen, maar ligt nog onder het Europees gemiddelde (8,3%). Het onderzoek bevestigt dat er aan opleidingsmogelijkheden geen gebrek is. De kwaliteit is hoog en de traditie lang. Maar er zijn ook minpunten. De overheid blijkt minder middelen aan opleiding en vorming te besteden dan de meeste andere Europese landen. Het aanbod is onvoldoende gericht op de behoefte van de klant en er bestaat onduidelijkheid over de rol van de sectorale opleidingsfondsen. Het grote knelpunt echter is dat het opleidingsaanbod te veel wordt gesubsidieerd. De overheid moet volgens het VEV middelen ter beschikking stellen van degene die de opleiding volgt, niet van degene die ze aanbiedt.

Het VEV dringt er ook op aan dat het stelsel van het betaald educatief verlof zou worden geregionaliseerd. “Op het educatief verlof na, heeft de Vlaamse overheid alle bevoegdheden om initiatieven te ontplooien die kunnen leiden tot een goed functionerende opleidingsmarkt”, zegt hoofd van de VEV-studiedienst Mark Andries.