“Elk type fysieke activiteit minstens 20 minuten aan een stuk en minstens twee maal per week blijkt effectief te zijn in het verlagen van het risico op burn-out”, vertelt Yanni Verhavert. “Om het risico op burn-out blijvend te verminderen, kan je best je hele leven lang blijven bewegen. Er is al heel wat onderzoek gedaan naar de relatie tussen fysieke activiteit en burn-out. De meerderheid van deze studies geeft aan dat fysieke activiteit effectief is om het risico op burn-out te verlagen. Toekomstig onderzoek moet nog uitwijzen welk type fysieke activiteit het meest effectief is. En hoe intens, hoe lang en hoe vaak we best bewegen om het risico op burn-out zo klein mogelijk te houden.”
De enkele studies die zitgedrag en voeding koppelen aan burn-outrisico tonen aan dat er een verband bestaat tussen vaak zitten en minder gezond eten en een verhoogde kans op een burn-out. Verder onderzoek is nodig om te ontdekken wat het oorzakelijk verband precies is tussen zitgedrag en voedingsgedrag en burn-out. Er kan op dit moment dus nog geen verdere uitspraak gedaan worden over de effectiviteit van gezonde voeding en verminderd zitgedrag.
Burn-out wordt een steeds groter probleem. Waar in 2004 28,9 procent van de werknemers kampte met werkstressklachten, is dit percentage in 2019 opgelopen tot 36,8 procent. Burn-out zorgt voor heel wat absenteïsme (afwezigheid op het werk), maar ook voor veel presenteïsme (aanwezig zijn op het werk, zonder echt productief te zijn). Dat veroorzaakt een steeds grotere bezorgdheid bij de werkgevers.
In de Europese Unie kost werk-gerelateerde stress 25,4 miljard euro per jaar. Wereldwijd kosten burn-out en stress 250 miljard euro per jaar. “Het is dan ook belangrijk om na te gaan welke factoren een invloed uitoefenen op burn-out en welke factoren een belangrijke rol spelen in de preventie en behandeling ervan”, besluit Verhavert.
Bron: VUB