Bezint eer ge classificeert: een vordering tot het bekomen van achterstallig loon loert mogelijks om de hoek

Rechtspraak

Het arbeidshof van Gent, afdeling Brugge boog zich op 26 juni 2023 over het hoger beroep tegen een vonnis van de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Kortrijk en moest hierbij oordelen of een werkneemster al dan niet gerechtigd was op achterstallig loon omdat ze in een verkeerde functiecategorie zou zijn ingeschaald.

De werkneemster was actief bij een onderneming gespecialiseerd in digitaal drukwerk. Zij was er jarenlang tewerkgesteld als bediende ‘calculator’ (Paritair Comité 200). Meer concreet stond zij in voor de opmaak van offertes. Dit moest ze doen door de gegevens die ze van de klant kreeg, in te voeren in een voorgeprogrammeerd berekeningsprogramma. Ze werd door de werkgever ingeschaald in functiecategorie B. Na een tewerkstelling van 16 jaar beslisten werkgever en werknemer om de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord te beëindigen via ondertekening van een beëindigingsovereenkomst.

Nadat de tewerkstelling effectief een einde nam, beweerde de werkneemster evenwel dat zij gedurende haar tewerkstelling verkeerd ingeschaald was. Meer concreet was zij van oordeel dat zij in functiecategorie D i.p.v. functiecategorie B moest worden ingeschaald en zij bijgevolg recht had op achterstallig loon sinds 2010. De werkneemster merkte in dit verband op dat de functie ‘calculator’ uitdrukkelijk vermeld stond als voorbeeldfunctie in functiecategorie D van de toepasselijke sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.

De werkgever was het hier niet mee eens. De taken van de werkneemster waren vrij eenvoudig en de voorbeeldfunctie ‘calculator’ in functiecategorie D sloeg op de specifieke functie ‘calculator’ in de bouwsector. Bovendien had de werkneemster gedurende haar volledige tewerkstelling nooit opgemerkt dat ze van oordeel was dat ze verkeerd ingeschaald én dus verloond zou zijn geweest.

De werkneemster stapte hierop naar de arbeidsrechtbank en stelde in hoofdorde een vordering ex delicto (op basis van het loonmisdrijf) in om achterstallig loon vanaf 2010 tot en met het einde van haar tewerkstelling te eisen.

De arbeidsrechtbank Gent, afdeling Kortrijk oordeelde in haar vonnis van 12 januari 2021 dat de vordering van de werkneemster ongegrond was. De arbeidsrechtbank was immers van oordeel dat er in hoofde van de werkgever sprake was van een onoverkomelijke dwaling. Er vond namelijk gedurende de tewerkstelling van de werkneemster een sociale inspectie plaats bij de werkgever, waarbij de functieclassificaties gecontroleerd werden. Er werd door de sociale inspectiediensten geen enkele opmerking geformuleerd omtrent de functieclassificatie van de werkneemster. De arbeidsrechtbank was van oordeel dat de werkgever er dan ook terecht van mocht uitgaan dat de werkneemster correct was ingeschaald zodat zij geen recht had op achterstallig loon.

De werkneemster ging hier echter niet mee akkoord en tekende op 13 april 2021 hoger beroep aan tegen deze beslissing.

Op 20 april 2022 velde het arbeidshof Gent, afdeling Brugge een tussenarrest waarbij zij ambtshalve de persoonlijke verschijning van beide partijen had bevolen. Na de persoonlijke verschijning verzocht het Arbeidshof de partijen om standpunt in te nemen over een eventuele inschaling in functiecategorie C (in plaats van B of D).

In haar arrest van 26 juni 2023 oordeelde het arbeidshof Gent, afdeling Brugge vooreerst dat de vordering van de werkneemster tot betaling van achterstallig loon voor de periode van januari 2010 tot en met januari 2014 onontvankelijk was wegens verjaring. Meer concreet oordeelde het Arbeidshof dat de werkneemster haar vordering niet ex delicto kon instellen omdat de werkgever geen nalatigheid of onachtzaamheid kon worden verweten bij het inschalen van de werkneemster. Het moreel element van het misdrijf werd dus niet aangetoond.

Voor wat betreft de periode van februari 2014 tot en met het einde van de tewerkstelling, was het Arbeidshof van oordeel dat de werkneemster wel recht had op achterstallig loon. Meer concreet was het Arbeidshof van oordeel dat de werkneemster – rekening houdend met de in de sector voorziene niveau onderscheidende criteria én de werkelijk uitgeoefende taken van de werkneemster en haar competenties, moest worden ingeschaald in functiecategorie C in plaats van functiecategorie B. Zij had bijgevolg voor die periode recht op het verschil tussen het loon dat zij had ontvangen en het minimumloon voorzien in functiecategorie C.

Dit arrest toont nogmaals aan dat het niet steeds eenvoudig is om een werknemer in de correcte functiecategorie in te schalen en er hier dan ook voldoende aandacht moet worden aan besteed. Een verkeerde inschaling kan namelijk leiden tot een (succesvolle) vordering van een (ex-)werknemer tot het betalen van achterstallig loon. Dit ook indien de werknemer de loonfunctieclassificatie gedurende de volledige tewerkstelling niet betwist heeft.

Arbeidshof Gent, afdeling Brugge, 26 juni 2023, AR nr. 2021/AR/66, onuitg.

Arno Decouttere 
Advocaat

Trainer loopbaan- en leiderschapsontwikkeling

Universiteit Antwerpen

HR officer selectie

Universiteit Antwerpen

Aanmelden

Als lid van HR Square hebt u ook de mogelijkheid de digitale versie alsook de archieven van het tijdschrift te raadplegen via onze website.

Ben jij klaar om helemaal mee te zijn in de wereld van HR? HR Square Nieuwsbrief brengt je tweewekelijks een overzicht van de belangrijkste feiten, trends en gebeurtenissen in HR-land.

Bovendien krijg je een handige lijst van must-attend HR-events, zodat je niets hoeft te missen.

Gratis in je mailbox. Het enige wat je hoeft te doen is je registreren!