Maandag was het #LeaveTheOfficeEarlyDay, een initiatief dat werknemers en werkgevers bewuster wil maken van overwerk en hen aanmoedigen om eens vroeger te vertrekken om tijd met hun partner, kinderen, familie of vrienden door te brengen. Naar aanleiding daarvan peilde Tempo-Team naar de tijdsverdeling tussen job en privé bij een representatieve steekproef van 2100 Belgische werknemers. Daaruit blijkt dat ongeveer zeven op tien werkende Belgen af en toe overwerkt, bijvoorbeeld omdat ze tijdelijk veel werk hebben of wanneer een belangrijke deadline nadert. Voor 17 procent van de respondenten is langer werken dan wat eigenlijk contractueel is vastgelegd bijna dagelijkse kost. Daarentegen presteert 15 procent nooit overuren.
Werknemers die bijna altijd of regelmatig overwerken, vinden hun job boeiender dan hun collega’s die nooit overuren maken (respectievelijk 66 procent en 50 procent versus 26 procent bij de niet-overwerkers). Ze beginnen hun werkdag ook vaker met meer goesting (59 procent en 53 procent versus 34 procent). Bovendien blijken de overwerkers vlijtige liesjes: ze geven vaker aan dat ze graag eens wat meer doen op het werk (82 procent en 64 procent versus 38 procent) en dat leidt niet tot minder werkgeluk. Een kwart van de overwerkers doet dat namelijk uit plezier in de job.
Werk en privé moeilijk in evenwicht te houden
Overwerken heeft echter ook een keerzijde. Werknemers die quasi iedere dag langer werken, hebben meer moeite om zich na hun werkdag te ontspannen dan werknemers die niet overwerken (54 procent tegenover 24 procent). Ze vinden ook vaker dat ze te weinig tijd voor hun privéleven overhouden (75 procent tegenover 38 procent). Werknemers die niet overwerken zijn opvallend meer tevreden over hun work-life balance.
Een goede tijdsverdeling tussen gezin en job vinden blijkt trouwens in het algemeen geen gemakkelijke opdracht voor werkende Belgen. Vier op tien zeggen dat de werkuren het moeilijk maken om thuis verplichtingen na te komen. Bijna een op de vijf geeft dan weer aan zoveel werk te hebben thuis dat zijn job er onder lijdt. Met een gemiddelde score van 6,5 op 10 is de Belg ook maar matig tevreden over zijn verdeling tussen werk en privé.
Meer autonomie
Om werk en privé beter te kunnen combineren, zien werknemers vooral heil in meer autonomie zoals de mogelijkheid om werktijden aan te passen aan hun gezinssituatie (48 procent), thuiswerken (30 procent) en de toelating om privézaken tijdens de werkuren te regelen (26 procent). Vier op tien werknemers is daarom ook voorstander van het zogenaamde ‘life fluency’-principe waarbij werk en privé in elkaar overvloeien en een strikte scheiding verdwijnt. Ook de helft van de werkgevers ziet daarin mogelijkheden om tot een betere work-life balance te komen.
Vandaag laten vier op tien werkgevers hun werknemers toe om thuis te werken wanneer ze dat willen. Zes op tien voorzien voor hun medewerkers ook in de mogelijkheid om hun werkuren af te stemmen op hun gezinsleven. Ten slotte zet bijna tweederde van de werkgevers overuren om in recuperatieverlof.