HR-dienstverlener Acerta analyseerde 35.000 arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur gesloten sinds 1 januari 2017 bij grote ondernemingen en kmo’s. In 30 procent van de gevallen is de nieuwe medewerker binnen het jaar alweer weg. Het jaar voordien was dit voor net geen 25 procent het geval. In 3,7 procent van de gevallen was de nieuwe medewerker al binnen de maand opnieuw weg; 8,2 procent vertrekt na vier tot zes maanden.
Opmerkelijk is dat slechts in een derde van de gevallen het de werkgever is die het initiatief neemt om de arbeidsovereenkomst te verbreken. Het is dus vooral de werknemer die de knoop doorhakt en snel beslist om te vertrekken: in een derde van de gevallen is het een eenzijdige beslissing van de medewerker, in nog een derde van de gevallen gebeurt de beëindiging in wederzijds akkoord.
Een andere opvallende bevinding is dat vooral in kleine ondernemingen nieuwe medewerkers binnen het jaar vertrekken. Ook arbeiders vertrekken net iets vaker vroeger dan bedienden.