In september 2001 kondigde de Vlaamse regering aan dat ze de vervroegde uitstapleeftijd zou optrekken van 55 tot 58 jaar. Gevreesd werd dat dit zou leiden tot een massale uitstap vanaf 55 door wie dat nog net kon. Die reactie is er echter niet gekomen. In de loop van 2001-2002 verlieten 3660 personen tussen 55 en 60 jaar vol- of deeltijds hun school, ongeveer 3% van het voltallige onderwijspersoneel. Dat waren er niet opvallend meer dan het jaar voordien. Het totale aantal uitgestapte personeelsleden is wél indrukwekkend. In augustus 2002 had het departement onderwijs niet minder dan 11.386 personen tussen 55 en 60 in dienst die niet meer actief waren. Zij ontvingen een brugpensioenuitkering van gemiddeld ongeveer 2000 euro. In het kleuter- en lager onderwijs blijven 5194 personen voltijds of deeltijds thuis, 8,9% is dat van het totale bestand. In het middelbaar onderwijs gaat het om 6033 personen of 8,6%. Bijna één op tien leerkrachten is met brugpensioen vanaf 55 jaar. In de particuliere sector in stapten zowat 270.000 werknemers vervroegd uit de arbeidsmarkt gestapt, 110.000 via het brugpensioen en 160.000 via vergelijkbare regelingen. Dat is 12 tot 13%.