Eind april 2009 spreekt SD Worx van een stijging van 145 procent tegenover oktober. Bijna een kwart (23 procent) van de arbeiders was in april 2009 ten minste een dag economisch werkloos.
Vooral sectoren als textiel, metaal en de productie van elektronica maken in hoge mate gebruik van het stelsel. Gemiddeld zijn arbeiders ook langer economisch werkloos.
Normaal zijn arbeiders in de economische werkloosheid gemiddeld vier tot vijf dagen per maand werkloos. Sinds februari is dat zes dagen.
Regionale verschillen
In Wallonië ligt de economische werkloosheid het hoogst. Daar waren 25 procent van de arbeiders minstens een dag werkloos in maart en april. In Vlaanderen was dat telkens 23 procent. In het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest 16 procent en 15 procent.
De provincies Antwerpen (17 procent) en Vlaams-Brabant (16 procent) scoren het beste. Daar ligt het aandeel arbeiders met economische werkloosheid maar half zo hoog als in de provincies Limburg (36 procent) en West-Vlaanderen (37 procent).
In maart piekte de economische werkloosheid in West-Vlaanderen op 39 procent. Bijna vier op de tien arbeiders waren toen economisch werkloos
Mannelijke arbeiders getroffen
In de regel krijgen meer mannen dan vrouwen met economische werkloosheid te maken. Het verschil neemt echter toe ten nadele van de mannelijke arbeiders.
In november was 10 procent van de vrouwen economisch werkloos en 11 procent van de mannen. In april was dat 20 procent van de vrouwen en 24 procent van de mannen. Bekijken we beide groepen naar type arbeidscontract, dan zijn het 30 procent van de voltijds werkende vrouwen die in het stelsel terechtkomen, tegenover 25 procent van de voltijds werkende mannen.
Bij deeltijdse contracten liggen de percentages een stuk lager, hoewel nog altijd 13 procent van de vrouwen en 18 procent van de mannen minstens een dag per maand economisch werkloos zijn.
Verder stelde SD Worx vast dat in de maanden maart en april één op de vier mannelijke arbeiders tussen de 25 en de 54 jaar economisch werkloos was, een stijging met drie tot vier procent tegenover de maanden januari en februari.
Populair bij grote ondernemingen
Normaal gezien maken kmo’s meer gebruik van het stelsel van de economische werkloosheid dan grote ondernemingen. Door de crisis is de verhouding tussen kmo en grote onderneming nu omgekeerd.
In de bedrijven met 500-999 werknemers waren in maart 28 procent en april 31 procent van de arbeiders economisch werkloos.
Bij kmo’s lag dat percentage in april op 16 procent. Vooral grotere kmo’s (50-99 werknemers) maken meer gebruik van het stelsel.
SD Worx voerde onderzoek bij 8960 bedrijven, die in totaal 166.420 arbeiders tewerkstellen.