Derdelanders hebben in principe een toelating tot arbeid en een machtiging tot verblijf nodig om in België te mogen werken en verblijven. Het terugtrekkingsakkoord – dat begin 2020 werd gesloten en de overgangsperiode regelt – voorziet evenwel in een correctie voor de Britse werknemers die reeds voor 31 december 2020 in België verbleven of als grensarbeider actief waren. Voortaan moet dus een onderscheid worden gemaakt tussen de Britse werknemers die voor 31 december 2020 in België actief waren en zij die pas na 31 december 2020 naar België komen. Enkel de eerste categorie Britse werknemers wordt geviseerd door het terugtrekkingsakkoord.
Britse werknemers die voor 31 december 2020 hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend
Het gaat hier om Britse werknemers die uiterlijk op 31 december 2020 in België verbleven(¹) of als grensarbeider actief waren. Grensarbeiders in de zin van het terugtrekkingsakkoord zijn Britse werknemers die in België werken op basis van het vrij verkeer van werknemers (bv. in dienst van een Belgische werkgever) maar niet in België wonen. Grensarbeiders die louter op basis van het vrij verkeer van diensten voor een Britse werkgever in België werken, zijn daarentegen niet gedekt door het Terugtrekkingsakkoord.
Deze werknemers kunnen verder in België verblijven en werken maar moeten tegen uiterlijk 31 december 2021 het statuut van ‘begunstigde van het terugtrekkingsakkoord’ bij hun gemeente aanvragen. Grensarbeiders moeten het statuut aanvragen in de gemeente waar ze hoofdzakelijk actief zijn. De aanvraag moet vergezeld zijn van de volgende documenten:
- bestaand verblijfsdocument (bijlage 8 (bis)/E(+) kaart of F(+)(²) kaart voor de Britse werknemers die in België verblijven en een bijlage 15 voor de Britse grensarbeiders). De Britse werknemers die voor 31 december 2020 in België verbleven of als grensarbeider actief waren maar geen geldig verblijfsdocument hebben, zullen een bijlage 19bis of een arbeidsovereenkomst moeten kunnen voorleggen en het bewijs dat ze voor 31 december 2020 hun recht hebben uitgeoefend en voor wat betreft de grensarbeiders, dat ze eveneens de Britse nationaliteit hadden
- geldige identiteitskaart of paspoort
- een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan zes maanden.
Bij goedkeuring zullen ze als ‘begunstigde van het terugtrekkingsakkoord’ een elektronische verblijfskaart (M-kaart) of een elektronische kaart voor klein grensverkeer (N-kaart) krijgen. Op basis van deze kaarten kunnen ze verder onbeperkt in België werken. Werkgevers zullen voor Britse werknemers met een M-kaart of een N-kaart dus geen ‘single permit’ moeten aanvragen. Wel moeten ze er voor zorgen een kopie van een geldige M-kaart of N-kaart te kunnen voorleggen in het geval van controle. Tijdens de procedure kunnen de Britse werknemers verder op basis van hun huidige verblijfsdocumenten in België verblijven (of indien deze verstrijken een bijlage 56 of 57 (grensarbeiders) die in principe drie maanden geldig is maar verlengbaar) en werken maar de geldigheid van deze documenten zal uiterlijk op 31 maart 2022 verstrijken.
Britse werknemers die vanaf 1 januari 2021 naar België komen
Britse werknemers die vanaf 1 januari 2021 naar België komen, zijn derdelanders en hebben dus een ‘single permit’ nodig om meer dan 90 dagen in België te werken en te verblijven. Britse grensarbeiders die niet in België wonen hebben daarentegen een arbeidskaart B nodig (tenzij er een vrijstelling geldt).
Komen ze voor maximaal 90 dagen, dan zijn ze vrijgesteld van een Schengenvisum en kunnen ze op basis van hun reispas maximaal 90 dagen in een periode van 180 dagen in het Schengengebied verblijven. Hierbij moet elk verblijf in een Schengenland(³) in rekening worden gebracht, ongeacht de reden ervan. Let wel, deze Schengenvrijstelling geeft Britse werknemers enkel de toelating om kort in België te verblijven maar geeft hen op zich niet de toelating om in België te werken. Dit moet apart worden bekeken en is een regionale materie.
Wel voorziet het handelsakkoord in een vrijstelling van een arbeidskaart voor ‘short-term business visitors’ voor zover ze geen goederen verkopen of diensten verlenen. De toegelaten activiteiten zijn in het handelsakkoord beperkt tot: ‘meetings and consultations’, ‘research and design’, ‘marketing research’, ‘training seminars’, ‘trade fairs and exhibitions’, ‘sales’, ‘purchasing’, ‘after-sales’ of ‘after-lease service’, ‘commercial transactions’, ‘tourism personnel’ en ‘translation and interpretation’. Let wel, voor een aantal landen werden er uitzonderingen opgenomen die in de bijlage SERVIN-3 bij het handelsakkoord zijn opgenomen.
Het handelsakkoord bepaalt voorts dat de toegestane verblijfsduur maximaal 90 dagen per periode van zes maanden bedraagt. Het valt nog even af te wachten hoe deze bepaling concreet geïnterpreteerd moet worden gezien deze afwijkt van de bestaande vrijstelling voor vergaderingen in beperkte kring (die beperkt is tot maximaal 20 opeenvolgende dagen per vergadering en 60 dagen op jaarbasis).
(1) In principe vallen gedetacheerde Britse werknemers niet onder het terugtrekkingsakkoord. In de praktijk zullen ze in de meeste gevallen beantwoorden aan de categorie Unieburger met voldoende bestaansmiddelen (op 31 december 2020) en op deze basis het statuut van begunstigde kunnen aanvragen.
(2) Derdelanders die in België verblijven op basis van gezinshereniging met een Unieburger of Belg.
(3) Behoren tot het Schengengebied: België; Denemarken; Duitsland; Estland; Finland; Frankrijk; Griekenland; Hongarije; Italië; Letland; Liechtenstein; Litouwen; Luxemburg; Malta; Nederland; Noorwegen; Oostenrijk; Polen; Portugal; Slovenië; Slowakije; Spanje; Tsjechië; IJsland; Zweden; Zwitserland. Behoren niet tot het Schengengebied: Ireland, Cyprus, Roemenië, Bulgarije en Kroatië.