Werknemers die via een cafetariaplan zelf hun extralegale voordelen kunnen kiezen, opteren het vaakst voor pensioensparen (28,6 procent). De auto en extra vakantiedagen verliezen aan populariteit.
De gestegen levensduurte en de energiecrisis hebben ervoor gezorgd dat de prioriteiten van heel wat Belgen gewijzigd zijn. Dat blijkt uit cijfers van Acerta. In 2022 koos 12,4 procent van de werknemers met een cafetariaplan voor een auto. in 2023 is dat nog maar 8,8 procent (-28,9 procent). Ook het percentage dat kiest voor extra vakantiedagen neemt af met 1,8 procentpunten (10,7 procent in 2023). Opmerkelijk is dat de fiets wél aan terrein wint, van 4 naar 5,3 procent.
Pensioensparen blijft op nummer één staan. Meer dan een kwart van de werkende Belgen met een cafetariaplan doet aan pensioensparen via de werkgever (28,6 procent). Ook de interesse aan warranten nam een hoge vlucht het afgelopen jaar. Dat aandeel herstelde van een dip van 7 procent naar 11,4 procent.
“De Belg is een spaarder en pensioensparen is daarvan een interessante formule. Door de exponentieel toegenomen levensduurte dit jaar, zijn werknemers er zich meer dan ooit van bewust dat ze wat geld opzij moeten zetten voor hun latere leven. Ze kiezen daarom niet geheel onverwacht vooral voor pensioensparen. Maar ook opvallend veel werknemers kiezen opnieuw voor extra cash via warranten”, licht Ellen Roelants, experte verloning bij Acerta Consult toe.
LEES MEER OP HRSQUARE.BE