De Antidiscriminatiewet voorziet al sinds 2003 in een verbod op leeftijdsdiscriminatie, onder meer binnen de werksfeer. Maatschappelijk was leeftijdsdiscriminatie lange tijd evenwel geen ‘issue’, maar intussen is de rechtspraak hierover van het Europees Hof van Justitie in volle ontwikkeling en zijn er ook de eerste precedenten in België.
Na jarenlange bewustmaking heeft het Centrum twee manifeste gevallen van leeftijdsdiscriminatie aan de rechter ter beoordeling voorgelegd. In één van deze zaken betrof het een gezamenlijk initiatief met de vakorganisatie van de betrokken oudere werknemer.
In de eerste zaak kende de arbeidsrechtbank van Gent vorige week een forfaitaire schadevergoeding van zes maanden brutoloon toe aan een 52-jarige nachtwaker van een ziekenhuis, die omwille van zijn leeftijd was ontslagen. Uit de feiten bleek duidelijk dat de werkgever enkel en alleen was overgegaan tot zijn ontslag om zo gebruik te kunnen maken van nog hogere subsidies voor werkloze jongeren. Louter financiële motieven, zoals het verminderen van de kosten of het verbeteren van het concurrentievermogen, kunnen volgens vaststaande Europese rechtspraak nooit een legitieme reden zijn om iemand in de arbeidssfeer nadeliger te behandelen omwille van zijn leeftijd.
Daarnaast wees de arbeidsrechtbank van Antwerpen zeer recentelijk om procedurele redenen de vordering van het Centrum af in een zaak waar een werkgever een vacature plaatste met kennelijk volkomen arbitraire minimum- en maximumleeftijden voor diverse functies, gaande van winkel- en magazijnpersoneel tot functies in het management. Het Centrum tekent hoger beroep aan.
Het Centrum wil in deze complexe materie ook oog hebben voor de legitieme bekommernissen van werkgevers (zoals een omgekeerde leeftijdspiramide op ondernemingsniveau, loonlasten,…), maar roept de overheden en de sociale partners toch op om de inspanningen op te voeren. “Zo is de kwestie van de leeftijdsbarema’s niet helemaal van de baan en zijn sommige nieuwe regelingen hieromtrent betwistbaar”, stelt het Centrum nog. “Verder is het voor positieve acties op federaal niveau nog steeds wachten op het nodige uitvoeringsbesluit. Daarnaast hebben werkgevers en werknemersorganisaties er alle baat bij om te (blijven) investeren in een leeftijdsbewust personeelsbeleid.”
“Leeftijdsdiscriminatie kan iedereen treffen, jong of oud, en is als fenomeen nefast voor de hele samenleving”, besluit Jozef De Witte, directeur van het Centrum. “Het Centrum wil in samenwerking met de andere actoren raad en advies blijven geven, maar zal niet aarzelen om nieuwe rechtszaken te starten tegen wie zich in evidente gevallen niet aan de wet houdt. Wie na langdurige bewustmaking niet horen wil, moet voelen. Bovendien riskeren broodnodige talenten niet aangeboord te worden en kan er sprake zijn van een negatieve impact op het welzijn van vroegtijdig werkloze ouderen.”