Professor Elfi Baillien en onderzoekster Katrien Vandevelde (onderzoeksgroep Work and Organisation Studies van de KU Leuven, campus Brussel) deden een bevraging bij 208 getuigen van pesten op het werk. De resultaten van deze bevraging zijn opvallend, ze spreken eerder buitenlands onderzoek tegen.
Professor Baillien legt uit: “Bij eerder onderzoek werd de vraag gesteld: ‘Wat zou je doen als … ?’. Deelnemers moesten zich de situatie voorstellen en aangeven hoe ze zouden reageren. Bij onze bevraging hebben we daarentegen heel bewust gemikt op mensen die effectief getuige waren van pesten op het werk en dus uit eigen ervaring konden reageren. Dat leverde opvallende resultaten op.”
Collega’s in actie
De meeste mensen (63%) gaven aan dat ze bij pesten op het werk iemand hogerop in de organisatie op de hoogte brachten. Anderen gaven het slachtoffer advies (56%) of spraken de dader aan op pestgedrag (52%).
“We zagen ook dat getuigen die zelf al het slachtoffer waren van pestgedrag vaker actie ondernemen”, zegt onderzoekster Katrien Vandevelde. “De meerderheid (83%) van deze getuigen schrijven ook een hele grote verantwoordelijkheid toe aan de leidinggevende (versus 62% van de andere getuigen).”
Getuigen die eerder zelf slachtoffer waren, zien het ook vaker als hun verantwoordelijkheid om iets te doen aan de situatie (42% van deze getuigen versus 24% van de andere getuigen). Ruim 60% van de bevraagden ging niet akkoord met de stelling dat ze niets zouden kunnen doen om de situatie te stoppen.
Opvallende rol voor de leidinggevende
De meeste getuigen spreken met een vertrouwenspersoon of iemand hogerop in de organisatie over het pestgedrag op de werkvloer, maar dit is niet noodzakelijk hun eigen leidinggevende. Uit het onderzoek blijkt immers dat 87,3% van het pestgedrag net gesteld wordt door een leidinggevende. De tweede grootste groep van daders zijn de collega’s (81,2%). Veel kleinere groepen zijn ondergeschikten (29,7%) en derden (11,8%).
“Als een leidinggevende niet ingrijpt bij pestgedrag, wordt hij of zij al snel gezien als deel van het probleem”, zegt professor Baillien. “Dit kan het hoge cijfer voor deze groep mee verklaren.”
Niet de persoon, maar de werkomstandigheden lokken pesten uit
Gepolst naar de reden van het pesten, blijkt dat het slachtoffer zelf zelden aanleiding geeft tot de pesterijen. “In tegenstelling tot wat je zou verwachten, worden de slachtoffers gezien als geschikt voor hun functie, passen ze binnen de organisatie en liggen ze vaak goed in de groep”, legt Katrien Vandevelde uit. “Het zijn de werkomstandigheden die het pestgedrag uitlokken. Hoge werkdruk, onzekerheid over jobinhoud, nakende herstructureringen, … zijn vaak de boosdoener.”
Bron: KU Leuven (kuleuven.be)