Rendabiliteit en investeringen: het dieptepunt is bereikt
84 procent van de sectoren vindt dat de rendabiliteit de voorbije 6 maanden niet verslechterd is, wat doet vermoeden dat het ergste achter ons ligt. Toch blijven de niveaus onder die van vóór de crisis en zal de toestand in de toekomst broos blijven. Voor de komende 6 maanden ziet de overgrote meerderheid van de sectoren geen snelle verbetering van de rendabiliteit.
Ook voor de investeringen is het dieptepunt bereikt. Voor nagenoeg alle sectoren is de toestand op het vlak van de investeringen niet verslechterd tijdens de eerste helft van 2010. De resultaten van de enquête voor het tweede deel van 2010 zijn hoopvol, want alle sectoren verwachten geen verdere verslechtering van de investeringen en de helft van hen voorziet zelfs een verbetering.
Deze vaststelling moet echter voorzichtig worden geïnterpreteerd, want het zal dan vooral gaan om een overdracht van projecten die al voor 2009 gepland waren en minder om nieuwe grootscheepse plannen.
Arbeidsmarkt: het dieptepunt in zicht
53 procent van de sectoren is van oordeel dat de situatie vandaag minder goed is dan zes maanden geleden. Ondanks een aantal bemoedigende lichtpunten voor het tweede semester van 2010, werd het dieptepunt op het vlak van de arbeidsmarkt nog niet bereikt. De uitzendsector, die traditioneel als een voorlopende indicator van de toestand op de arbeidsmarkt wordt gezien, is wel voor het eerst sinds lang optimistisch voor de volgende zes maanden.
Herstel dient zich moeilijker aan dan in het buitenland
Het zal tot 2012 duren vooraleer een meerderheid van sectoren opnieuw het peil van vóór de crisis haalt, daar waar de meeste sectoren het werkgelegenheidspeil van vóór de crisis pas in 2013 opnieuw zullen halen. 35 procent is zelfs van oordeel dat dat peil nooit meer zal worden bereikt. Deze prognose valt ietwat lager uit dan degene die onlangs door het Federaal Planbureau en de OESO werden bekendgemaakt.
Op grond van de antwoorden van de sectoren, verwacht het VBO een economische groei in 2010 van 1,2 procent en in 2011 van 1,4 procent.
Daarenboven vindt meer dan 40 procent van de bevraagde sectoren dat het herstel in hun sector minder sterk zal uitvallen dan dat van hun concurrenten in het buitenland. Belgische ondernemingen kampen dus, meer dan hun buitenlandse concurrenten, met handicaps die het hen moeilijk maken om ten volle van het herstel van de wereldeconomie te genieten. De top drie van deze handicaps zijn:
Om deze handicaps weg te werken, moet de regering garant staan voor het respecteren van de wet van 1996 om de loonkosten niet sneller te laten evolueren dan het gemiddelde van onze drie buurlanden. De volgende regering zal moeten erkennen dat de broodnodige budgettaire inspanning zal moeten gerealiseerd worden door voornamelijk op de uitgaven te werken.
Tot slot zal het bereiken van een begrotingsevenwicht tegen 2015, niettegenstaande het belang ervan, niet volstaan om het vertrouwen van de gezinnen en de bedrijven volledig terug te winnen. Om dit te realiseren zal de regering ook de nodige hervormingen moeten doorvoeren op de arbeidsmarkt en in de sociale zekerheid om zo het signaal te geven dat de vergrijzingskosten ook effectief kunnen gefinancierd worden.
Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het VBO: “Wat na 13 juni? We hoeven maar rondom ons te kijken om te weten wat er uiteindelijk zal moeten gebeuren. Dit land zal, vroeg of (te) laat, moeten kiezen voor maatregelen naar Duits model. Uit eigen wil en op tijd, of gedwongen door de financiële markten en te laat.”
Bron: VBO