“Deze evolutie heeft bijna zeker te maken met de economische crisis die de druk op veel vlakken verhoogt”, verklaart Jan Denys, manager Corporate Communications bij Randstad België. “Opvallend is dat werknemers duidelijk minder tevreden zijn over de balans tussen werk en privéleven. Zeven jaar geleden werd deze nog relatief positief beoordeeld met een score van 7,3. Nu is dit gezakt naar 6,8.”
Ongetwijfeld is de belangrijkste vaststelling dat de tevredenheid over de HR-dienst sinds 2003 is gedaald van 7 naar 6,4 op 10. Denys: “Dit is merkwaardig, omdat uit de rest van het onderzoek weinig elementen te halen zijn die als objectieve verklaring kunnen dienen. We vermoeden dan ook dat de huidige economische crisis de belangrijkste verklaring vormt voor deze dalende appreciatie.”
Nochtans zijn er talloze tekens van verbetering. De afgelopen twaalf maanden heeft 60 procent van de medewerkers op zijn minst één opleiding gevolgd. In 2003 was dit slechts 39 procent. De meeste opleidingen liggend in het verlengde van de huidige functie. Ze vinden geheel of gedeeltelijk plaats tijdens de werkuren (84 procent) en worden vaak volledig gefinancierd door de werkgever (86 procent). Dit is hetzelfde als in 2003. Er is wel een opvallend positief signaal: ook vijftigplussers krijgen nu veel meer kansen om zich te vervolmaken.
Ook het aantal beoordelings- en functioneringsgesprekken is fors toegenomen: van 44 procent van de respondenten in 2003 naar 67 procent in 2010. Alweer: ook vijftigplussers worden steeds vaker uitgenodigd om hun eigen functioneren te bespreken en daaruit te leren. Denk ook aan de toegenomen kansen voor opleiding en je merkt dat er meer moeite gedaan wordt om de vijftigplussers langer inzetbaar te houden. Er is ook een minpunt: werknemers van alle leeftijdscategorieën geven de beoordelings- en functioneringsgesprekken een mindere waardering dan zeven jaar geleden (van 7 naar 6,6 op 10).
De studie toont ook aan dat extralegale voordelen nog aan belang winnen. In volgorde van belangrijkheid zijn dit de toppers: groepsverzekering/aanvullend pensioen, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, kostenvergoeding en een auto van de zaak.
Toch is er ook op dit vlak een belangrijk minpunt: er is een duidelijk verschil tussen gewenste voordelen en degene die gegeven worden. Vooral de bedrijfswagen is een probleem: 40 procent van de respondenten zou er graag één willen, maar slechts 20 procent heeft er effectief recht op.
Het gaat ook steeds minder goed met het evenwicht tussen werk en privé. In 2003 gaven werknemers nog 7,3 op 10 voor dit punt, vandaag is dat nog amper 6,8. De terugval doet zich bij alle statuten voor, maar is meer aanwezig bij de hogere profielen. Het ontbreekt vooral aan flexibiliteit op maat van de werknemer. De kansen op deeltijds te werken, glijdende uren, tijdskrediet en verlof zonder wedde halen een tevredenheidsscore van minder dan 6. Alleen ouderschapsverlof haalt een 7.
Nochtans zijn de objectieve mogelijkheden voor werknemers gemiddeld genomen sinds 2003 gestegen. Jan Denys: “Zijn werknemers anno 2010 veeleisender geworden? Als dat zo is, is er misschien een verband met de werkgever – en het werk – die veeleisender zijn geworden? Stof tot nadenken – en tot praten, natuurlijk.”
Bron: HR Topics Randstad