1. Actief: de gezochte medewerker moet actief zijn. Is dat dan niet vanzelfsprekend? Zo’n 30 procent van de jobadvertenties benadrukt nochtans de ‘actieve’ medewerker.
2. Resultaatgericht: ook wel ‘doelgerichte’ sollicitant. Een kwart van de advertenties legt ook een klemtoon op deze al even overbodige eis. Of is dat toch niet zo vanzelfsprekend?
3. Flexibel: blijkt vaak een eufemisme voor bereidheid tot overwerk of allerhande vervelende klusjes. Daardoor creëer je geen duidelijkheid.
4. Innovatief: zo vaak gebruikt, dat het woord zijn betekenis zo goed als verloren heeft. Zeg gewoon klaar en duidelijk welke competenties je zoekt.
5. Dynamisch: doet denken aan een bedrijf met heel wat gekrakeel en geruzie. Oudere kandidaten kunnen er dan weer uit besluiten dat ze niet gewenst zijn, dat ‘dynamisch’ alleen slaat op ‘jong’.
6. Complex: er wordt vaak gezocht naar een medewerker die ‘oplossingsgericht werkt aan complexe vraagstukken’. Alweer een nietszeggende uitdrukking. Waarom niet gewoon zeggen wat de kandidaat moet kennen en kunnen?
7. Proactief: heeft al evenveel aan kracht ingeboet door overvloedig gebruik. Trouwens, wat bedoel je er precies mee?
8. Gedreven: je zoekt toch geen slome medeweker? Of bedoel je dat je iemand zoekt die alles doet om een bonus te behalen, desnoods het hele bedrijf mee de dieperik in sleuren?
9. Klantgericht: welk bedrijf wil dat niet zijn?
10. Competentie: bedoel je vaardigheden, ervaring, opleidingsniveau, inzicht, bevoegdheid, houding of gedrag?
Bron: Managernet (Nederland)